Krim-musea in cassatie over kunstschatten
De strijd om de Krim-kunstschatten die het Amsterdamse Allard Pierson Museum al jaren noodgedwongen onder zijn hoede heeft, gaat nog door. Eind vorige maand heeft advocaat Rob Meijer namens de vier Krim-musea - waar de honderden voorwerpen vandaan komen - cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De culturele instellingen zijn het niet eens met de uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam, dat eind oktober oordeelde dat de archeologische topstukken moeten worden teruggegeven aan Oekraïne.
Het Allard Pierson Museum in de hoofdstad kreeg in 2014 de honderden voorwerpen in bruikleen voor de tentoonstelling ‘De Krim - Goud en Geheimen van de Zwarte Zee’ van de culturele instellingen op de Krim. Tijdens die expositie annexeerde Rusland het Oekraïense schiereiland en rees de vraag naar wie de schatten na afloop terug moesten: naar Oekraïne - waar de Krim dus niet meer toe behoort - of naar de uitlenende musea die nu onder Russisch bestuur vallen. Zowel Oekraïne als de Krim-musea beschouwen de schatten als hun cultureel erfgoed.
Het Amsterdamse museum vroeg de rechter destijds hierover een oordeel te vellen. In december 2016 oordeelde de rechtbank dat het museum de collectie moest teruggeven aan Oekraïne, maar daar gingen de Krim-musea tegen in beroep. Het hof kwam tot een zelfde uitspraak, al baseerde het zich wel op andere gronden dan de rechtbank.
Meijer verwacht dat het nog wel een jaar kan duren voordat de Hoge Raad met een eindoordeel komt. Het is nog niet duidelijk wanneer de zaak wordt behandeld.
Tot die tijd blijft de kunst dus nog in beheer van het Allard Pierson Museum. Een woordvoerder zegt in een reactie dat de cassatie niet onverwacht kwam. „We hebben altijd gezegd dat we netjes op de spullen zullen passen totdat er een definitieve uitspraak ligt.”