Dat zei de bewindsman dinsdag in de Turkse hoofdstad Ankara na afloop van een serie gesprekken met maatschappelijke organisaties, het bestuur van de AK–partij van premier Erdogan en de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Gül. Tijdens zijn gesprek met Gül bleef de uithaal van Erdogan naar de EU onbesproken. De premier zei afgelopen weekeinde dat als de Unie steeds maar nieuwe hindernissen opwerpt Turkije een aanbod voor onderhandelingen wel eens af kon wijzen.

De Turkse minister wees er wel op dat Ankara grote problemen heeft met een aantal voorwaarden. Zo is het open–einde–karakter van de onderhandelingen niet goed gevallen bij de Turkse regering en hebben zij grote moeite met de mogelijkheid het vrij verkeer van personen ’voor de eeuwigheid’ te beperken. Voorts zou Turkije het niet begrijpen als de datum van onderhandelingen wordt verschoven naar 2006.

Wat Nicolaï als vertegenwoordiger van het EU–voorzitterschap vooral veel moeite kostte, was Gül ervan te overtuigen dat Turkije op dit moment niet kan meepraten in de onderhandelingen die binnen de Unie over de toetreding van het land worden gevoerd. „Turkije wil lid worden van onze club en de clubleden zijn nu onderling aan het overleggen over uitbreiding van het lidmaatschap", aldus de bewindsman. „Het beste wat we kunnen doen is zo nauw mogelijk in contact blijven."

Hij kreeg van de maatschappelijke organisaties overigens te horen dat Turkije nog heel wat moet doen op het gebied van mensenrechten. „Maar tegelijkertijd deden zij een klemmend beroep op de Unie om op de ingeslagen weg door te gaan omdat dat het hervormingsproces de meeste vaart geeft."

Donderdag praat premier Balkenende met zijn Turkse collega Erdogan. Het werkdiner in Brussel is tevens de laatste formele ontmoeting tussen Turkije en het Nederlandse voorzitterschap voordat op 17 december de Europese leiders bij elkaar komen.