Ruim 52.000 kinderen onder 12 hebben coronaprik gekregen
In de afgelopen weken hebben 52.047 kinderen onder de 12 een prik tegen het coronavirus gekregen. Dat is 4 procent van alle kinderen in deze leeftijdsgroep. 351 kinderen van 5 tot en met 11 jaar hebben ook al de tweede prik gehaald, waarmee ze volledig gevaccineerd zijn.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt voor het eerst met cijfers over de vaccinaties onder jonge kinderen. Kinderen van 5 tot en met 11 jaar met medische risico’s kunnen sinds half december worden ingeënt. Het gaat om kinderen met bijvoorbeeld een aangeboren hartafwijking of het downsyndroom. Zij lopen bij een coronabesmetting mogelijk meer risico.
Half januari volgden de kinderen zonder medische risico’s. De kinderen krijgen een kleinere dosis van het vaccin van Pfizer en BioNTech dan mensen van 12 jaar en ouder.
In totaal kunnen bijna 1,3 miljoen kinderen een coronaprik krijgen. Gezonde kinderen krijgen na acht weken een tweede prik. Voor kwetsbare kinderen van 5 tot en met 11 jaar is de tijd tussen de twee vaccinaties korter, namelijk vier weken.
Het aantal nieuwe boosterprikken daalt verder en verder. Iets meer dan 232.000 mensen hebben vorige week een oppepprik gekregen om hun afweer tegen het coronavirus te versterken. Dat is de helft van het aantal een week eerder. Het is bovendien het laagste aantal sinds eind november, toen de boostercampagne nog op gang moest komen.
Bijna 7000 mensen van 12 jaar en ouder haalden vorige week een eerste prik, vrijwel gelijk aan de week ervoor. Verder kregen ruim 14.000 mensen een tweede prik, minder dan de voorgaande weken.