Meer dwang in zorg dan verwacht
Dwang wordt vaker toegepast in instellingen voor geestelijke gezondheidszorg dan uit rapportages van de Inspectie voor de Gezondheidszorg kan worden afgeleid.
Dat blijkt uit cijfers die dr. H. Lendemeijer van het kenniscentrum GGNet in Warnsveld en de Universiteit Maastricht maandagavond in het televisieprogramma Netwerk presenteerde.
Volgens Lendemeijer bleek dat twaalf instellingen 6500 maal dwang hadden toegepast, in 80 procent van die gevallen ging het om het separeren van de patiënt. Vertaald naar landelijke cijfers zou het gaan om 24.000 gevallen van dwang per jaar en ruim 20.000 plaatsingen in een isoleercel of afzonderingskamer. Volgens de inspectie zou het gaan om 6600 gevallen van separeren.
Volgens Lendemeijer zitten er mensen bij die tien dagen lang zonder behandeling opgesloten zitten. „We schamen ons hier best voor”, zei directeur A. Vrijlandt van GGNet maandag.
GGNet deed de afgelopen twee jaar mee aan een door Lendemeijer geleid project om kwaliteitscriteria voor dwang in de zorg in te voeren. Dat het anders kan, bewijst een project in Tiel, waarbij personeel samen met patiënt en familie kijkt naar mogelijkheden om spanningen te verminderen. Als gevolg daarvan wordt de separeerruimte veel minder gebruikt.
Dwang in de geestelijke gezondheidszorg is regelmatig onderwerp van discussie. Patiënten en familieleden spreken soms van onmenselijke situaties. Opsluiting zou schadelijk kunnen zijn voor patiënten.
Over het effect van de maatregel wordt door werkers in de geestelijke gezondheidszorg verschillend gedacht. In verschillende andere Europese landen wordt het gebruik van de separeercel afgeschaft.