Onderzoek: weinig verschil tussen Limburgse en andere bestuurders
Limburg lijdt ten onrechte onder nationale beeldvorming als zou de bestuurscultuur in deze van oudsher katholieke provincie niet deugen. Die cultuur wijkt echter niet echt af van die van de rest van Nederland, concludeert een commissie die onderzoek deed naar de bestuurscultuur in Limburg tussen 2010 en 2021. De commissie vond geen grove integriteitsschendingen. Wel getuigden sommige bestuurders niet altijd van gematigdheid of terughoudendheid. „Engelen bestaan niet. Ook niet in Limburg”, relativeert de commissie die vrijdag haar eindrapport presenteerde.
„Als er buiten Limburg wordt gesproken over de ‘Limburgse bestuurscultuur’, gebeurt dat vaak in een nauwelijks verhulde, negatieve zin”, aldus de opstellers van het rapport, president Arno Visser van de Algemene Rekenkamer, hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen en voormalig hoofdofficier van Justitie Kitty Nooy. Volgens hen „heeft de commissie niet kunnen vaststellen dat wat in Limburg politiek en bestuurlijk gebeurt, sterk afwijkt van wat in de rest van Nederland gebruikelijk is.”
De commissie werd in het voorjaar van 2021 ingesteld na een bestuurlijke crisis die de provincie teisterde en leidde tot het aftreden van het voltallige college van Gedeputeerde Staten, inclusief toenmalig gouverneur Theo Bovens (CDA). Er werd een meldpunt ingericht waar mensen integriteitsklachten konden neerleggen. Al deze meldingen leidden bij de commissie niet tot de conclusie dat wet- en regelgeving zijn veronachtzaamd, zoals vaak gesuggereerd werd. Ook was er geen sprake van schending van de integriteitscodes. Dominante bestuurders kregen wel vaak te weinig tegenspraak of weerwoord, aldus de commissie.
De commissie polste ook de Nationale ombudsman. Ook dan blijft de conclusie staan: Limburg scoort niet slechter dan andere provincies. „Limburg heeft last van een imago, en van een zelfbeeld, dat niet altijd overeenkomt met de werkelijkheid”, concludeert de commissie.
Volgens de commissieleden is Limburg vaak in een kwaad daglicht komen te staan door publicaties in enkele media over vermeende integriteitsschendingen, waaruit een ‘foute bestuurscultuur’ gedestilleerd werd. Maar deze beschuldigingen bleken „regelmatig ongegrond”, vindt de commissie.
De commissie steekt niet zozeer een vingertje op naar Limburg, maar naar heel Nederland. „In heel Nederland is sprake van een zwak ontwikkelde traditie van het organiseren van macht en tegenmacht”, zei commissielid Frissen. „Dat is niet hetzelfde als integriteit, maar een politieke kwestie. Het is aan de politiek om die macht en tegenmacht zelf te ontwerpen. En dat is in Limburg niet anders dan elders in den lande.”