„Omikron veroorzaakt meestal infectie van bovenste luchtwegen”
De omikronvariant leidt minder vaak tot ernstige ziekte dan delta. Maar áls mensen eenmaal door het virus in het ziekenhuis komen en zuurstof nodig hebben, is er klinisch geen verschil in klachten met eerdere varianten.
„Ik blijf Covid-19 een indrukwekkend ziektebeeld vinden met een forse sterftekans”, zegt prof. Joost Wiersinga, internist en infectieziektedeskundige aan Amsterdam UMC. Op de intensive care in het ziekenhuis liggen momenteel drie patiënten met omikron.
Ongeacht de coronavariant komt gemiddeld één op de zeven of acht coronapatiënten op de verpleegafdeling te overlijden, weet Wiersinga. „Ondanks dat we nu zoveel meer over de ziekte weten en over meer therapieën beschikken dan aan het begin van de pandemie.”
Op de ic is de overlevingskans nog kleiner. Volgens een recent rapport van stichting NICE heeft een kleine 30 procent van de ongeveer 14.000 coronapatiënten op de ic de opname niet overleefd.
Ligduur
Uit buitenlandse studies blijkt dat de kans op ziekenhuisopname na een infectie met omikron 40 tot 60 procent lager is dan bij de deltavariant. Bovendien hebben patiënten die op de verpleegafdeling belanden, 50 procent minder kans dat ze moeten doorstromen naar de ic. Bij omikron heeft ongeveer 10 procent van de opgenomen patiënten ic-zorg nodig, voorheen ging het om 16 tot 21 procent, meldt een recent rapport van het Outbreak Management Team (OMT). Ook is de ligduur in een verpleegbed korter dan bij de eerdere varianten: gemiddeld vijf in plaats van zeven tot acht dagen.
„Wij zien geen kortere ligduur”, zegt Wiersinga. „Daarvoor hebben we nog te weinig patiënten met omikron gevolgd. Maar ik kan me goed voorstellen dat het zo is. Wat we wel merken, is dat vaccineren bijdraagt aan een kortere ligduur.”
Dat omikron minder ziekmakend is dan de eerder varianten, kan de Amsterdamse infectieziektedeskundige goed verklaren. „Omikron veroorzaakt meestal een infectie van de bovenste luchtwegen, dus in de keel en de neusholtes. Daardoor ontstaan klachten als keelpijn, snotterigheid, hoofdpijn en spierpijn.”
Recent onderzoek laat zien dat de omikronvariant minder goed kan hechten aan cellen in de longen, die de lagere luchtwegen vormen. „Dat verklaart waarom de kans op een longontsteking en kortademigheid bij omikron kleiner is. Het verklaart ook waarom omikron besmettelijker is, omdat vooral de neus en de keel tjokvol virusdeeltjes zitten.”
Als een coronapatiënt met omikron toch een longontsteking krijgt en daardoor in het ziekenhuis belandt, ziet Wiersinga geen verschil meer in klinisch beeld met eerdere varianten. „Ook dat is te begrijpen. Als iemand is opgenomen en zuurstof nodig heeft, betekent dit dat het virus de longen heeft geïnfecteerd en beschadigd. Daardoor ontstaat een ontstekingsreactie met vochtophoping, wat de gasuitwisseling belemmert.”
Longembolie
Omikron wordt steeds vaker vergeleken met het griepvirus. Onterecht, vindt de internist. „Daarvoor hebben we nog te weinig gegevens. Overigens is influenza zeker geen verkoudheidje. Tijdens de griepgolf van 2017 en 2018 overleden bijna 10.000 mensen.”
Qua klachten is er wel veel overlap tussen de twee luchtwegaandoeningen, zegt Wiersinga. „Griep kan ook leiden tot ernstige longontsteking, waarvoor extra zuurstof nodig is.” Er zijn ook verschillen. „Corona activeert het stollingssysteem sterk, waardoor longembolieën kunnen ontstaan. Bij influenza gebeurt dat minder. Ook is er verschil in de medicijnen die we gebruiken.”
Wiersinga is verrast dat er tot nu toe nauwelijks grieppatiënten zijn. „We waren bang voor een twindemic, een pandemie van corona én van griep. Maar die is er tijdens deze winter niet gekomen. Vermoedelijk hebben de coronamaatregelen geholpen om influenza op afstand te houden.”
De hoogleraar is „gematigd optimistisch” over de nabije toekomst. „De gedachte is nu dat de pandemie komende maand tot een einde komt. Dat klinkt fantastisch. Een grote kanttekening daarbij is dat het virus ons vaker voor verrassingen heeft gesteld. Er kan zo weer een nieuwe mutant de kop opsteken. Daarbij komt: de vaccinatiegraad is hoog in Europa, maar in grote delen van de wereld niet. Er kunnen daarom steeds nieuwe varianten ontstaan.”