Omikron lijkt veel milder dan deltavariant, suggereert onderzoek
Het risico op een ziekenhuisopname is veel lager bij een besmetting met omikron dan bij delta, suggereren Brits en Zuid-Afrikaans onderzoek. Grote vraag is wat dat betekent voor de druk op de zorg.
Wat laten de Britse en Zuid-Afrikaanse studies precies zien?
Omikron lijkt minder ernstige klachten te geven. Volgens het onderzoek uit Zuid-Afrika is de kans om na besmetting met omikron in het ziekenhuis te belanden wel 80 procent lager dan bij de eerdere varianten. Deze studie verscheen dinsdag als voorlopige publicatie, en moet daarom nog wel worden beoordeeld door vakgenoten.
De onderzoekers volgden hiervoor zo’n 10.500 patiënten die in de periode 1 oktober tot 30 november met omikron besmet raakten. Van hen moesten er 261 in het ziekenhuis worden opgenomen, omgerekend 2,5 procent.
Van de 950 patiënten die in dezelfde periode met eerdere varianten –voornamelijk delta– besmet raakten, belandden er 121 in het ziekenhuis. Dat komt neer op 13 procent; een factor vijf hoger dan bij omikron.
Onderzoek van onder meer de Britse universiteit Imperial College London dat woensdag verscheen, laat ook gunstige cijfers zien. Volgens dit rapport is de kans om met omikron in het ziekenhuis te worden opgenomen, 40 tot 45 procent lager dan bij de deltavariant.
Wetenschappers weten zelden iets zeker. Welke mitsen en maren zijn er bij de studies te plaatsen?
De Zuid-Afrikaanse wetenschappers geven zelf in hun publicatie aan dat het verminderde risico van omikron deels te maken kan hebben met een hoog niveau van groepsimmuniteit. De meeste onderzochte besmettingen met omikron vonden plaats in de laatste week van november. Toen hadden meer mensen afweer opgebouwd door vaccinatie of een eerdere besmetting dan in de weken ervoor, toen delta dominant was. Inmiddels is een kleine 45 procent van de Zuid-Afrikaanse bevolking ingeënt, en tussen de 70 en de 80 procent is al eens met corona in aanraking geweest.
De Britse onderzoekers hebben bij de onderzochte personen wel rekening gehouden met de vaccinatiestatus en eerder doorgemaakte infecties, wat kan verklaren dat zij een minder groot verschil vonden.
De Britten geven ook aan dat hun onderzoek een eerste stap is in het helder krijgen van het gevaar van omikron. Beperkingen van hun onderzoek is het kleine aantal ziekenhuisopnames door omikron, en de korte tijd waarin zij patiënten hebben gevolgd. Nu keken ze alleen naar het aantal ziekenhuisopnames. Zouden ze coronapatiënten langere tijd hebben gevolgd –tot een ic-opname of tot hun overlijden– dan hadden ze mogelijk nog grotere verschillen tussen omikron en delta gevonden, opperen de wetenschappers.
De Leidse epidemioloog Frits Rosendaal verklaart desgevraagd dat het onderzoek naar het ziekmakend vermogen van omikron nog erg pril is. Daarom is het volgens hem op dit moment nog moeilijk om daar harde uitspraken over te doen.
Omikron lijkt dus minder ziekmakend. Wat betekent dat voor de druk op de zorg?
Het is de vraag of het mildere verloop van een omikroninfectie opweegt tegen de hogere besmettelijkheid van deze variant. Geschat wordt dat omikron twee tot drie keer zo besmettelijk is als delta. De kans op ziekenhuisopname zou ook twee tot drie keer kleiner moeten zijn om de druk op de zorg gelijk te houden. Omdat er tot nu toe meer bewijs is voor de hogere besmettelijkheid dan voor de mildheid van omikron, houden wetenschappers hun hart vast.
Ook zijn wetenschappers bezorgd dat omikron weet te ontsnappen aan de opgebouwde immuniteit door vaccinatie of een eerdere besmetting. Er zijn twintig tot dertig keer zo veel antistoffen nodig voor dezelfde remmende werking als bij de eerdere varianten, meldde de Rotterdamse virologe Marion Koopmans onlangs via Twitter.
De onderzoeken hiernaar richten zich vooral op antistoffen, maar niet op de zogenaamde T-cellen, die ook een belangrijke rol bij de afweer spelen. Vaccinatie beschermt daarom nog steeds goed tegen ernstige ziekte door omikron, verwacht immunoloog Ger Rijkers.