Het COT presenteerde woensdag in Venlo een evaluatie in opdracht van de Veiligheidsregio Limburg Noord. De derde evaluatie alweer, nadat het COT eerder het Waterschap Limburg en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg tegen het licht had gehouden. Rijkswaterstaat volgt nog.

Het was „een race tegen de klok” om maatregelen tegen de snel wassende Maas en Roer te nemen om erger te voorkomen, blijkt uit de evaluatie. Het water steeg zo snel, dat gemeenten besloten hele wijken te evacueren. Ook werden op 16 juli in korte tijd 237 patiënten van het aan de Maas gelegen VieCuri ziekenhuis in Venlo geëvacueerd.

De regio deed een beroep op de zelfredzaamheid van de burger. Maar zeker de eerste dagen van de watersnood gaf de informatie die waterschap en Rijkswaterstaat boden geen zekerheid of iets ging overstromen, of dat een dijk het zou houden. Het duurde enkele dagen voor dit op orde was.

Een groot deel van de geëvacueerde mensen had achteraf gezien net zo goed thuis kunnen blijven. De dreiging was echter zo groot dat men geen risico’s wilde nemen. Veel mensen gaven geen gehoor aan de oproep om thuis te vertrekken. Ze maakten een eigen inschatting van de risico’s en wilden liever hun eigen bezittingen beschermen.

Het COT adviseert dat gemeenten hun hoogwaterplan op orde moeten hebben. In dat plan moet klip en klaar staan waar bijvoorbeeld zandzakken gevuld kunnen worden. Zo’n plan is vooral nodig in gemeenten als Bergen, Gennep en Mook, waar de waterkeringen nog niet op orde zijn.

Het COT adviseert dat de informatievoorziening beter moet aansluiten bij wat mensen lokaal willen weten en bovendien begrijpelijk is. Niet altijd werd namelijk dezelfde taal gesproken. Waar de ene instantie het bijvoorbeeld had over de waterstanden ten opzichte van NAP, had de andere het over afvoer van het aantal kuubs per seconde.