Bonden: Inspectierapport laat noodzaak tot omslag zien bij politie
Het rapport van de Inspectie voor Justitie en Veiligheid over de toestanden bij de afdeling Afgeschermde Operaties (AO) van de politie laat opnieuw zien dat het huidige leiderschap bij de Landelijke Eenheid faalt. Dat zeggen politiebonden ACP en NPB. De bonden vrezen dat de bevindingen in het onderzoek niet genoeg zijn om „wezenlijke veranderingen” binnen de eenheid tot stand te brengen.
Volgens de inspectie laat de aansturing van de AO, die onder meer de georganiseerde misdaad en terrorisme moet bestrijden, te wensen over. Daardoor ontstaan er risico’s voor de operaties die de teams moeten uitvoeren. Het bespreken van „knelpunten en dilemma’s” gebeurt nauwelijks, stelt de inspectie, en wordt zelfs ontmoedigd. Het rapport spreekt onder meer van een „cultuur van vriendjespolitiek en onderlinge strijd”.
De politiebonden kunnen zich in het „overgrote deel” van die bevindingen vinden, maar zijn wel van mening dat de rol van onder meer het Openbaar Ministerie en de politietop in de toestanden bij de AO amper is onderzocht. „Door deze lacunes blijft de onderliggende oorzaak van de problemen volstrekt buiten beeld en dus waarschijnlijk ook het op effectieve wijze aanpakken en oplossen daarvan”, stellen de NPB en ACP in een gezamenlijke verklaring.
Volgens de bonden laten het Inspectierapport en ook andere onderzoeken zien dat er sprake is van een „diepgeworteld probleem” binnen de Landelijke Eenheid. „Hard en plat gezegd hebben collega’s het gevoel te moeten werken in een angstcultuur, gevoed door een leiderschapsstijl op basis van macht en vriendjespolitiek. Tegenspraak is niet gewenst: de baas bepaalt wie wel of niet succesvol is. Mensen voelen zich als professional eenzaam en in de steek gelaten.”
Bovendien zijn de politieorganisaties er niet gerust op dat de aanbevelingen in het rapport voor een omslag gaan zorgen. „Het zoveelste onderzoek, het zoveelste rapport, het volgende verbeterplan, het wisselen van leidinggevenden die op andere plaatsen weer opduiken. Veel medewerkers hebben het gevoel getuige te zijn van een soort cyclus, waarbij het wachten is op het volgende incident.”
De bonden willen daarom vooral dat er een „ander type leiderschap” komt en meer waardering voor „het recherchevak”. „We redden het niet met een volgend verbeterplan of met het weer rouleren binnen de carrousel van leidinggevenden.”