Mens & samenleving

Bewoners zorgcentrum Rehoboth improviseren op trommel en xylofoon

Hij zit licht voorovergebogen in zijn rolstoel en is een en al concentratie. Met een trommelstok beroert de bewoner van zorgcentrum Rehoboth in Goes voorzichtig de toetsen van een xylofoon. „Het was geweldig”, zegt hij zachtjes als het halfuur muziektherapie voorbij is.

21 January 2022 06:48
Muziektherapeute Janneke de Kok gebruikt eenvoudige bespeelbare instrumenten om de drempel te verlagen om mee te doen. Beeld Cees van der Wal
Muziektherapeute Janneke de Kok gebruikt eenvoudige bespeelbare instrumenten om de drempel te verlagen om mee te doen. Beeld Cees van der Wal

„Goedemorgen, wij komen muziek maken.” Janneke de Kok (30) vermoeit de bewoners van Rehoboth –mensen met dementie– niet met een omhaal van woorden. Ze pakt de muziekinstrumenten uit haar big shopper en begint. De muziektherapeute legt een trom voor een mevrouw op tafel en geeft haar een trommelstok. „Probeer maar of hij het doet.” De goedlachse De Kok wijst naar een kommetje vol fruit: „Pas maar op dat u daar niet in slaat.”

Rond de tafel zitten vier mannen en vijf vrouwen. Een van hen is nog met zijn ontbijt bezig. De komst van de muziektherapeute brengt hem niet van de wijs. Rustig eet hij verder. Maar even later tikt hij met een plastic buis –een zogeheten boomwhacker– mee op de maat van de muziek. Om vervolgens in te dutten.

De Kok wordt bijgestaan door musicus Estèl van Opdorp. Hij speelt op een synthesizer rustige pianomuziek en reageert al improviserend op de muzikale verrichtingen van de bewoners. De Kok heeft aandacht voor elke bewoner. De een geeft ze plastic buizen: „Hiermee kunt u tegen de tafel slaan.” Een volgende krijgt een schudei aangereikt, een instrument vol kraaltjes dat een bescheiden geluid maakt als je het op-en-neer beweegt.

17892153.JPG
Genieten van de klanken van een speeldoosje. Beeld Cees van der Wal

Roffeltje

Het muziek maken tovert een glimlach op verschillende gezichten. De Kok is continu in touw. Mensen die niet of nauwelijks meedoen, probeert ze over te halen.

Multitasken blijkt voor haar geen probleem. Terwijl ze met de ene hand een bewoner probeert te stimuleren met een schudei, slaat ze met haar andere hand op een trommel of steekt ze een vinger in de lucht om de aandacht te trekken. Een trommelaar geniet ervan dat de muziektherapeute expres in haar vaarwater zit. „Dat is leuk.”

De Kok strooit kwistig met complimenten. „Ja, ja, goed zo. Geef maar een roffeltje. Samen spelen is leuk, toch?” Ze tikt een bewoonster die zit te dutten op haar schouder en stopt een schudei in haar hand. Maar ze krijgt het instrumentje direct terug met de opmerking: „Ik vind er niks aan.” Mevrouw blijkt hoofdpijn te hebben. Ook aan een andere bewoonster lijkt de muziek niet besteed, want ze blijft in een tijdschrift bladeren.

Na twintig minuten stelt de muziektherapeute voor om van instrument te wisselen. Tegen een mevrouw: „Is de xylofoon misschien iets voor u?” „Oh nee”, is de reactie. „Zullen we het samen proberen dan?” Dat werkt, even later doet de bewoonster vol overgave mee.

„Klaar”, zegt een vrouw na een paar minuten. Ze vindt het genoeg geweest. „Oh, maar u mag verdergaan hoor”, reageert Kok en geeft een slag op de trommel die voor de bewoonster op tafel ligt. „Enthousiast gaat de vrouw weer verder. „Kijk eens. Hebbes.” Ze legt haar stok over de trommelstok in de hand van de man naast haar. „Ik doe het goed. Hij gaat ook timmeren. Ah, daar komt er nog eentje.” Dan is het tijd voor een evaluatie: „Hoe vond u het?” „Geweldig”, zegt iemand. Een ander –die met zichtbaar genoegen meedeed– klinkt minder uitbundig: „Ik geef er niet zoveel om.”

Eigenwijs

De Kok geeft sinds zeven jaar muziektherapie aan mensen met dementie in diverse Zeeuwse zorgcentra en bij thuiswonenden. Vanuit Eigenwijs, haar praktijk voor muziektherapie, werkt ze verder met kinderen met een verstandelijke beperking en met mensen met psychische problemen. Daarnaast is ze docent muzikale vorming aan het Hoornbeeck College in Goes en geeft ze namens stichting De Muze muzieklessen op een basisschool.

Wat brengt muziek bij ouderen met dementie teweeg? „Soms is er nauwelijks contact met hen te krijgen. Dankzij muziek komen ze in beweging en zitten ze even niet in hun eigen wereld. Kleine veranderingen zijn al waardevol.”

De Kok bezocht ooit een man met dementie in een vergevorderd stadium. „Een verzorgende vertelde dat hij agressief kon zijn en liet ter illustratie blauwe plekken op haar arm zien. Zijn familie vertelde dat hun vader niks met muziek had. Toen ik de eerste keer bij deze bewoner kwam, ben ik rustig gitaar gaan spelen. Hij reageerde niet en ik ben zachtjes gaan zingen en steeds dichterbij gaan zitten. Kort daarop lag de man te stralen in zijn bed. Een gouden moment. Verbaasde verzorgenden zeiden dat ze hem in vier jaar tijd nog nooit hadden zien lachen.”

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat hersengebieden die betrokken zijn bij muziek relatief gespaard blijven bij dementie. Muziek heeft meerwaarde en zorgt vaak voor ontspanning, voor een lach op het gezicht, merkt ook De Kok. „Wanneer woorden geen effect meer lijken te hebben, kun je mensen bereiken door hun muziek te laten horen en voelen. Muziektherapie levert een bijdrage aan het welzijn van bewoners en kan ervoor zorgen dat mensen een actievere bijdrage in hun woongroep leveren.”

Maatwerk

Muziektherapie vraagt maatwerk. „Wat mensen nodig hebben, verschilt wekelijks. De ene keer blijkt het nodig om hen te activeren. Een volgende keer moet muziek juist rust brengen. In de groep waar we net waren, zit een vrouw die vaak onrustig is. Ze loopt dan heen en weer, maakt van alles schoon en wil naar huis. Tijdens ons bezoek zat ze rustig te luisteren. Wie haar niet kent, zou kunnen denken dat activering nodig is, maar juist daardoor wordt ze weer onrustig.”

De Kok gaat niet lukraak te werk. „Ik denk goed na over wat ik iemand geef. Voor de een is een schudei en het maken van kleine bewegingen meer dan genoeg. Een ander kun je met een gerust hart een trommelstok in handen geven. Sowieso gebruik ik eenvoudig bespeelbare instrumenten. Dat verlaagt de drempel om mee te doen.”

17892154.JPG
Muziektherapeute Janneke de Kok komt regelmatig in zorgcentrum Rehoboth in Goes om muziektherapie te geven. In groepen en individueel. beeld Cees van der Wal

Pluchen poes

De tweede woongroep die deze maandag muziektherapie krijgt, telt vijf vrouwen en een man. De Kok begroet ook hier elke bewoner apart. Lachend: „U zat een beetje te suffen, hè? Maar dat is nu voorbij, want we gaan muziek maken.” Dit is niet tegen dovemansoren gezegd: „Leuk.”

De therapeute steekt een vinger in de lucht: „U mag meehelpen.” Ze zet een xylofoon naast een bewoonster op een stoel, zodat deze het instrument makkelijker kan bespelen.

Een vrouw heeft enkel oog voor de pluchen poes op haar schoot. De Kok houdt een schudei naast haar oor „Hoort u dat? Wilt u er ook een?” Even later zit de vrouw enthousiast te schudden.

„Alles komt goed”, zegt een ander. Herinneringen aan haar jeugd komen boven: „Wij hadden thuis een orgel. Ik mocht op les, maar mijn broer en zus niet. Mijn vader zei dat er dan ruzie zou komen als iedereen wilde studeren.”

Intussen tikt de therapeute met haar hand op de schouder van een bewoner de maat van de muziek. Een vrouw begint te neuriën. De Kok houdt ogen en oren open: „Fijn dat u de maat meetikt met uw voet.”

Een bewoonster heeft haar bedenkingen bij het maken van muziek: „Dit kan niet hoor. Er liggen mensen op bed.” Na een halfuur zet de therapeute een punt: „Bedankt. Geef uzelf maar een applausje.” Een vrouw glimlacht breed.

Niet dwingen

Bewust kiest De Kok tijdens groepssessies voor vrije improvisatie. „Zodra ik bekende psalmen of liederen laat horen, gaan mensen enkel meespelen en reageren ze niet meer op elkaars spel. Terwijl ik dat laatste juist wil stimuleren.”

Er bestaan grote verschillen binnen iedere woongroep. „De ene oudere dut steeds in, een ander is continu betrokken, terwijl een derde voortdurend grapjes maakt met een medebewoner. Ik probeer iedereen te motiveren om mee te doen. Sommigen hebben een extra zetje nodig. Als iemand echt niet wil, zal ik hem of haar niet dwingen.”

Controle verliezen

Muziek is geschikt voor alle stadia van dementie, stelt De Kok. „Mensen weten in het beginstadium van de ziekte vaak maar al te goed wat er aan de hand is. Ze voelen dat veel hun uit handen glipt. Muziek kan hun laten ervaren dat ze wel degelijk controle over bepaalde zaken hebben.

Een van mijn cliënten was musicus en had altijd een groot blaasinstrument gespeeld. Dit lukte hem qua adem niet meer. Ik heb hem toen een mondharmonica gegeven, waar hij prachtige muziek aan wist te ontlokken. Nooit zal ik vergeten hoe hij straalde. Dat kleine instrument gaf hem een stukje zelfvertrouwen terug.”

Ook voor de alledaagse zorg heeft muziek waarde. „Probleemgedrag bij het aankleden of tandenpoetsen kan verminderen of zelfs verdwijnen wanneer iemands favoriete muziek door de kamer klinkt of als een verzorgende zingend zijn of haar werk doet. Laten familieleden bij de intake doorgeven waar hun geliefde graag naar luisterde, want het maakt verschil of iemand liederen van Johannes de Heer of Bachcantates opzette.”

17892155.JPG
Improviseren op een xylofoon. beeld Cees van der Wal

Kortjakje

De noodzaak van individuele muziektherapie wordt afgestemd met de familie van een bewoner en met verzorgenden. „Muziek biedt mensen die niet of nauwelijks meer praten de mogelijkheid om hun emoties te uiten. Door een glimlach of een traan. Muziek kan probleemgedrag verminderen of ervoor zorgen dat mensen zich meer openstellen.”

In tegenstelling tot groepssessies gebruikt De Kok bij individuele therapie wel liederen om contact te maken. „Soms verzin ik ter plekke een lied, waarbij ik gebruik maak van woorden van desbetreffende bewoner.”

Ze voegt de daad bij het woord en zingt ”Altijd is Kortjakje ziek”, zichzelf begeleidend op de gitaar. De mevrouw bij wie ze op de kamer zit, glimlacht breed, beweegt schudeieren in haar handen heen en weer en begint mee te zingen.

„Hoort u dat”, vraagt De Kok een volgende bewoner, terwijl ze op haar gitaar speelt. „Ja hoor”, reageert de man droogjes. De bewoner zit recht tegenover de muziektherapeute en volgt geconcentreerd en licht voorovergebogen haar verrichtingen. Na vijf minuten dwaalt hij steeds vaker af. De Kok: „Ik heb nog iets in mijn tas zitten.” Ze pakt een speeldoosje. Met hun handen over elkaar draaien jong en oud even later aan het handvat.

Ook een hapi valt in de smaak. De trommelstok waarmee de man op deze klankschaal slaat, veroorzaakt verschillende tonen. „Ik zie dat u moe bent. Zal ik nog één lied voor u spelen?” De man knikt bijna onzichtbaar. ”Slaap kindje slaap” voert de bewoner terug naar zijn jeugd.

Zie ook: nederlandsevolksliedjes.wordpress.com.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer