Column: kaarten en afzenders
Dat er nog mensen zijn die mij een kerst- of nieuwjaarskaart sturen, is een wonder. Zelf doe ik er namelijk al jaren niet meer aan. Dat is een stukje gemakzucht, moet ik eerlijk toegeven. Maar de meeste mensen die ik een kaart zou kunnen of moeten sturen, zie ik toch wel aan het begin van het nieuwe jaar. Dus waarom dan niet de beste wensen persoonlijk overbrengen? Natuurlijk besef ik best wel dat ik m’n asociale gedrag met dit soort smoesjes op de been houd.
Des te groter is ieder jaar weer de verrassing dat andere mensen mij wél kaarten blijven sturen. Je zou denken dat die kaartenstuurders het na een jaar of tien wel gehad hebben met me. Maar ook dit jaar staat er toch weer een flink aantal wenskaarten in de vensterbank. Want ik ben zuinig op ze. Zo halverwege december komen de eerste kaarten binnen en ik doe ze pas ergens in maart weg.
De wensen zijn allemaal even hartelijk en gemeend. Maar persoonlijke kaarten met een zelfgemaakte mooie foto of met een collage van fotootjes van het gezin zijn het mooist, vind ik. Ik bekijk ze allemaal nauwkeurig en weet in de loop der jaren ook wel wat de specialiteit is van de kaartenstuurders. De een stelt er een eer in een kort foto-overzicht te geven van de gebeurtenissen in het gezin gedurende het jaar. De ander kiest de mooiste natuurfoto die hij of zij geschoten heeft. Weer een ander kiest immer een winters tafereel: een oude kerk in de sneeuw, een berijpt landschap. Prachtig. Als er dan geen sneeuw en ijs in het land is, hebben we het tenminste nog op papier.
Een jaarlijks terugkerende sport is voor mij het raden van de afzender. Natuurlijk, het gaat om de inhoud, om de wens. Maar bij de brievenbus probeer ik aan de hand van het handschrift op de envelop eerst te raden van wie de kaart is. En dat gaat me nog steeds goed af. Ik maakte dit jaar maar één foutje. Ik dacht dat een bepaalde kaart van de moeder afkomstig was, maar hij bleek van de dochter. Ook de kaarten met een getypt adres weet ik inmiddels feilloos te koppelen aan de juiste afzender. Het zijn er namelijk steevast twee per jaar. Altijd één grotere envelop en één kleinere. Niet moeilijk te raden dus.
Trouwens: omdat ik deelnemer én jury ben in m’n eigen raadprogramma, heb ik besloten dat ene foutje gewoon goed te rekenen. Een mooi begin van het nieuwe jaar.