Coronahulp van militairen in ziekenhuizen niet meer nodig
De hulp van militairen bij de coronazorg in ziekenhuizen is niet langer nodig. De 60 militairen die bijsprongen in het UMC Utrecht en de 25 die hielpen bij VieCuri in Venlo hadden daar vrijdag hun laatste werkdag, meldt het ministerie van Defensie. Militairen helpen wel nog bij coronatesten en -vaccinaties.
De krijgsmacht stuurde artsen, verpleegkundigen en ander ondersteunend personeel met bijvoorbeeld kennis van logistiek of administratie. Zo konden de ziekenhuizen patiënten overnemen van andere ziekenhuizen die de coronadrukte niet aankonden. In december werkten ook acht militairen in vestigingen van het Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen en Sittard-Geleen, maar die waren met kerst al niet meer nodig.
De militairen vertrekken uit de ziekenhuizen op een moment dat het in de zorg nog altijd druk is door de vele coronapatiënten en uitval van personeel. Volgens Defensie werden de militairen allen ingezet om de „hoge nood” te ledigen, maar kunnen en moeten ze nu weer hun normale werkzaamheden oppakken. Dat besluit is genomen in overleg met het ministerie van Volksgezondheid en de ziekenhuizen, laat het ministerie weten.
Er worden wel nog militairen ingezet voor andere klussen elders in het land. Zo helpen er nog zo’n 450 militairen met vaccineren en 60 met testen. Daarnaast en staan er nog 1490 defensiemedewerkers stand-by die zowel kunnen testen als vaccineren. Kolonel Peter Tankink, die bij de krijgsmacht onder meer verantwoordelijk is voor het coronacrisisteam zegt in de toekomst zo nodig weer bij te kunnen springen. „Defensie staat klaar als dat van ons wordt gevraagd.”