Grieke van den Bergh (26), mentor integratieklas

Haar leerlingen zullen het niet snel toegeven, maar tussen de regels door proeft Van den Bergh dat het merendeel het fijn vindt dat de schooldeuren weer open zijn. „De structuur en de gezelligheid hebben de scholieren echt gemist.”

Zelf is Van den Bergh ook blij dat ze weer aanwezig mag zijn in Amersfoort. „Toen ik halverwege december hoorde dat de scholen een week eerder zouden sluiten, hield ik mijn hart vast. Ik ben heel dankbaar dat de kerstvakantie niet nog langer duurt.”

De leerlingen in de integratieklas hebben behoefte aan extra ondersteuning, zegt de Amersfoortse mentor. „Ze zijn gebaat bij duidelijkheid, begeleiding en structuur. Zodra die zaken ontbreken, is het voor hen lastiger om aan het werk te gaan. En online kun je toch minder de vinger aan de pols houden.”

Om zicht te houden op hoe het haar leerlingen verging, belde Van den Bergh hen in de week voor de kerstvakantie allemaal op. „Maar pubers zijn geen bellers. Een mentorgesprek op school duurt gerust 20 minuten; via de telefoon zijn we soms in 2 minuten al uitgepraat. Voor echt contact is ontmoeting nodig.”

De openstelling van scholen is verantwoord, vindt Van den Bergh. „Iedereen draagt een mondkapje en als personeel houden we afstand. Ik denk dat het veilig kan.”

Reinier Klaver (16), Nijkerk, vwo4

De vakantie had van Reinier Klaver langer mogen duren, zegt de scholier terwijl hij in de mediatheek een boek uitzoekt. Het scheelt hem dagelijks zo’n 30 kilometer fietsen heen en weer naar Amersfoort.

Toch draait de 4-vwo’er de eerste schooldag vlot mee. „Eigenlijk zit je zo weer in het ritme.” Het is ook wel weer gezellig om vrienden te zien, vindt Reinier. „Buiten school spreek je weinig klasgenoten. Op het Van Lodenstein komen leerlingen ver uit de omgeving. Je loopt niet zomaar bij iemand binnen.”

Het volgen van onlinelessen lukte Reinier aardig, behalve bij wiskunde. „Ik volg wiskunde B, dat is een uitdaging. Toen we via Teams lessen volgden, zakten mijn cijfers van negens naar zessen. Je pikt minder informatie op.” De vwo’er heeft volgende week toetsweek, maar hij is niet bezorgd over zijn wiskundetoets. „Ik verwacht dat ik genoeg fysieke lessen heb gehad om een goed cijfer te halen.”

Deborah Etienne (16), Woudenberg, havo5

In een rustige hoek van de mediatheek zit Deborah Etienne te werken achter een computer. Ze heeft drie tussenuren en probeert die nuttig te besteden door huiswerk te maken. Vooral omdat ze in haar examenjaar zit, is ze blij dat ze weer welkom is op school.
„Tijdens onlinelessen gaan docenten sneller door de stof heen en krijg je minder informatie. Zeker nu ik veel toetsen heb die meetellen voor de examens, vind ik het daarom fijner om op school te zijn. Ik heb wel weer zin in de lessen. Nog een paar maanden en dan ben ik klaar.”

Ook het contact met klasgenoten miste Deborah toen de school gedwongen op slot zat. „Bij de lessen via Teams gaat dat toch niet zo spontaan. Ik werk wel, maar dan spreek je geen mensen van school.”

Bang om corona op te lopen nu de omikronvariant van het coronavirus over het land raast, is ze niet. „Ik weet wel dat sommige mensen het heftig krijgen, maar voor mezelf ben ik niet zo bezorgd.”

Esmee van de Weerdhof (12), Langbroek, vwo1

Met haar mondkapje nog op zit Esmee van de Weerdhof met wat vriendinnen op een bankje in de aula. Nog een week extra vakantie had van haar best gemogen, zegt de eersteklasser.

Maandagochtend heeft ze al een aantal lesuren –geschiedenis, Nederlands, wiskunde en aardrijkskunde– achter de rug. Dat strakke ritme vindt ze best wennen. „Ik moet een uur naar school fietsen, dus sta ik om 6.00 uur al op.”

Toch heeft het naar school mogen ook voordelen, vindt Esmee. „Tijdens lessen via Teams kon ik de docent een aantal keer niet goed verstaan omdat ik slechte wifi had. Daar heb ik nu tenminste geen last meer van.”

En nu ze eenmaal weer begonnen is met de lessen, mag school ook wel openblijven, bedenkt Esmee hardop. „Het is leuk om mijn klasgenoten te zien en te spreken. En bang om corona te krijgen ben ik niet, want ik heb het gelukkig al gehad.”

Frederik Roseboom (30), docent Nederlands en teamleider onderbouw

Na drie weken vakantie voelt het goed om weer voor de klas te staan, concludeert Rosenboom maandag, nadat de eerste lessen van die dag erop zitten. „Ik zag ernaar uit om weer te beginnen en ben blij dat de leerlingen weer welkom zijn. Wel blijft het steeds spannend hoeveel scholieren er in quarantaine zitten.”

Het viel in de klassen van Rosenboom de eerste maandag na de kerstvakantie gelukkig mee met het aantal absenten. Slechts 1 leerling zat thuis. „Maar er zijn ook dagen dat wel 8 of 9 van de 25 scholieren in quarantaine zit of corona heeft”, zegt de docent Nederlands. „Zij volgen de lessen dan online. Maar om én de leerlingen op school én de scholieren thuis aandacht te geven, is bepaald niet eenvoudig.”

Dat het basis- en voortgezet onderwijs weer open mag, is een verstandig besluit, vindt Rosenboom. „De achterliggende periodes van schoolsluiting hebben geleerd dat onlineonderwijs het niet haalt bij fysiek onderwijs.”

Veel schade heeft de week extra kerstvakantie niet opgeleverd, zegt de docent Nederlands. „Het effect daarvan merk ik niet, het ging natuurlijk ook maar om vijf dagen. In zijn algemeenheid hebben de verschillende schoolsluitingen er wel voor gezorgd dat de verschillen tussen leerlingen zijn toegenomen.”

Rick van der Schans (14) en Jonathan Polinder (15)

In de aula veegt Rick van der Schans (14) met een grote bezem de vloer aan. Hij heeft corvee en helpt de conciërge, samen met zijn vrienden. „Zwaar minder fijn” vindt hij het dat hij weer naar school moet. Hij heeft duidelijk geen zin in het volgen van lessen. „Laat mij maar lekker werken. Toen we onlinelessen volgden, kon ik makkelijker een les overslaan, zonder dat de docent iets merkte. Dan keek ik ’s avonds gewoon even naar mijn schoolwerk.”

Bang dat hij daardoor achterloopt op de lesstof is hij ook niet. „Ik ben vorig jaar ook overgegaan, dus dat zal deze keer ook wel lukken.”

Zijn vriend Jonathan Polinder (15) beziet het naar school gaan wat minder negatief. „Eigenlijk is er maar weinig veranderd ten opzichte van voor de vakantie. We dragen nog steeds mondkapjes. Ik zit weer helemaal in het schoolritme.” Wel merkt Jonathan dat de VLC-leerlingen elkaar drie weken lang niet hebben gezien. „De klas is drukker dan normaal. We moeten allemaal bijkletsen.”