Kuipers: expertise als arts helpt bij drukken zorgkosten
Ernst Kuipers denkt dat zijn lange ervaring als arts hem helpt om beter in te schatten hoe de groei van de zorgvraag afgeremd kan worden. Volgens de nieuwe minister van Volksgezondheid is al „heel lang” duidelijk dat er iets moet gebeuren omdat de kosten en de benodigde menskracht anders niet meer op te brengen zijn. Volgens hem kan „iedere willekeurige dokter” in zijn eigen vakgebied zaken noemen die medisch niet zo veel nut hebben.
Momenteel werkt ongeveer een op de zeven Nederlanders in de zorg. Als het zo doorgaat is dat over twintig jaar een op de vier, merkt Kuipers op. „Ik denk dat we met zijn allen kunnen voorspellen dat dat bijna niet vol te houden is.” Volgens hem zullen zowel dit kabinet als toekomstige kabinetten „op een of andere manier” moeten werken aan een oplossing. Zijn expertise kan daarbij „zeker helpen”, denkt de minister. „Ik ken de zorg van binnen en van buiten. En niet alleen de curatieve zorg, of de ziekenhuiszorg. Die kennis kan helpen.”
Kuipers zegt aan een concreet plan te moeten werken. Volgens hem moet onderscheid gemaakt worden welke zorg een „absolute must” is en welke zorg „op wetenschappelijke gronden” minder zinvol is. Daarnaast moet gebruikgemaakt worden van „alle ondersteuning, ook digitalisering”, zo zei hij. Als voorbeeld uit zijn eigen vakgebied noemde de voormalige maag-darm-leverarts het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Dat was een „no-brainer”, aldus Kuipers. „Een testje doen van twee tientjes” redde niet alleen levens, maar bespaarde ook op de kosten door behandelingen van tienduizenden euro’s te voorkomen.
Veel oppositiepartijen winden zich op over de miljardenbezuinigingen op de zorg op langere termijn. De coalitiepartijen spraken dat tegen, omdat ook met die bezuinigingen de uitgaven nog altijd oplopen. Ze vinden dat er niet bezuinigd wordt, maar dat er „minder meer” aan zorg wordt uitgegeven. Anders lopen volgens hen de kosten de komende tientallen jaren helemaal uit de hand.
Als het gaat om corona wil Kuipers vooral ook kijken naar de lange termijn. Het beleid moet voorspelbaarder worden. „Corona gaat niet meer weg.” Voor de korte termijn is hij niet optimistisch. Er zijn nog veel besmettingen. „In die setting, in het hier en nu, heb je weinig mogelijkheden om heel veel te versoepelen”. Deze week komt het OMT met een nieuw advies. Vrijdag neemt het kabinet dan een besluit.