Nederlandse Euro-fracties boos op Verdonk
De fracties van de PvdA, GroenLinks en D66 in het Europees Parlement vinden dat minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) de Tweede Kamer verkeerd heeft ingelicht. „Ze liegt of is ernstig onwetend”, stelt europarlementariër Buitenweg van GroenLinks vrijdag.
Aanleiding is de vermeende koppeling van twee verschillende onderwerpen: biometrische gegevens in paspoorten en de medezeggenschap van het parlement op onder meer asiel en migratie. Het Nederlands voorzitterschap wilde dat het Europees Parlement snel zou instemmen met de biometrie en dreigde anders het besluit over de medezeggenschap uit te stellen. De Europese justitieministers wilden zo voorkomen dat biometrie onder de medezeggenschap van het parlement kwam.
Verdonk ontkende woensdag in de Tweede Kamer ten stelligste dat er sprake was van chantage en benadrukte dat het om twee onafhankelijke besluiten ging. De Nederlandse vertegenwoordiger van het Nederlands Voorzitterschap heeft echter vrijdag in het Europees Parlement wel degelijk een koppeling gemaakt.
Hij zei dat Nederland had voorgesteld snel het rapport over biometrie aan te nemen opdat het besluit over medezeggenschap al in januari van kracht kan worden. Het parlement adviseerde donderdag inderdaad om een gelaatsscan en vingerafdruk in de paspoorten op te nemen.
Buitenweg concludeert dat Verdonk de Tweede Kamer verkeerd heeft voorgelicht. Ze vindt dat nationale parlementen op deze manier hun ministers niet kunnen aansturen, als die in Brussel en Den Haag een ander verhaal ophangen. Ook In ’t Veld (D66) betreurt dat de nationale regeringen de achterkamertjes nog niet achter zich hebben gelaten. Mastenbroek (PvdA) laakt ook de handelwijze van het Nederlands Voorzitterschap. „En het gedraai van Verdonk maakt het er niet beter op.”
Minister Donner van Justitie liet zich woensdag niet uit over de kwestie, maar buiten het bereik van de microfoon zei hij dat dit gewoon viel onder „politiek bedrijven”. GroenLinks-Kamerlid Vos hoorde het wel en herhaalde dat, wat tot grote hilariteit leidde tijdens het debat, vooral bij Donner zelf.