Groen & duurzaamheid

De Europese meerval is terug

De Europese meerval heeft zich weer gevestigd in de Nederlandse binnenwateren. De roofvis, die een lengte van tweeënhalve meter bereikt, voelt zich vooral thuis in de wat warmere rivieren met de Maas als kerngebied. Rijkswaterstaat liet onderzoeken wat de opmars van het dier betekent.

Theo Haerkens
1 January 2022 16:20
Hengelaars Goran (l.) en Alex vingen deze meerval in de buurt van Rotterdam. beeld Rein Rijke, Zout Fotografie
Hengelaars Goran (l.) en Alex vingen deze meerval in de buurt van Rotterdam. beeld Rein Rijke, Zout Fotografie

„Bizar, je schrikt je het apezuur als een meerval je aas grijpt. De vissen hebben geen tanden, maar creëren een vacuüm waarmee ze hun prooi in één keer opzuigen. Het water knalt dan naar binnen.” Hengelsportgoeroe en bioloog Marco Kraal struikelt bijkans over zijn woorden als hij over de meerval vertelt. De vis is een betrekkelijke nieuwkomer die visserslatijn overbodig maakt. De vissen kunnen 100 kilo wegen en het lengterecord staat op 2,43 meter.

De Europese meerval heeft een brede bek, opvallend kleine ogen en aan de kop zes tastharen. Schubben heeft hij niet, hij is zwart tot bruin en heeft een geelwitte buik. „Ze zwemmen net zo snel achter- als vooruit”, vertelt Kraal. Gevaarlijk voor mensen zijn ze niet, al kunnen ze met hun schuurpapierachtige kaken vervelend bijten.

Uit het rapport ”De opmars van Europese meerval” opgemaakt door Bureau Waardenburg uit Culemborg, blijkt dat de reuzen van stromend water houden en dus vooral in de rivieren voorkomen, vaker in de Bovenrijn-Waal en de Maas dan in andere rivieren of in het IJsselmeergebied.

Volwassen meervallen schuilen op de bodem in de stroomgeul, maar ook wel onder overhangende oevers. Jonge dieren leven in groepen, oudere exemplaren vaker solitair. Als het donker wordt gaan ze op jacht. Meervallen eten visjes, kikkers en kreeftachtigen maar schrokken ook brasems van 50 centimeter naar binnen. Watervogels eten ze net zo goed als kleine zoogdieren. Anders dan de snoek, die op zicht jaagt, moet de meerval het hebben van zijn tast- en reukvermogen.

De Europese meerval is geen exoot en hoort hier thuis. De oudste gevonden botten dateren van 5500 tot 2000 jaar geleden. Tot de jaren negentig was hij alleen nog te vinden in het Haarlemmermeergebied.

17833561.JPG
De meerval heeft kleine ogen, een brede bek en zes voelsprieten. beeld Janny Bosman

Ontsnapping

Zijn opmars wordt toegeschreven aan (illegale) uitzetting en ontsnapping uit de viskwekerij van de Organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij in Lelystad.

Vooral echter profiteert de meerval van het uitgraven van rivierplassen en nevengeulen en van de klimaatverandering. Watertemperaturen boven de 18 graden Celsius komen steeds vaker voor en zijn cruciaal voor succesvolle voortplanting. De jongen groeien razendsnel en zijn na drie tot vier jaar geslachtsrijp.

Hoewel de meerval beschermd is, vangen hengelaars steeds vaker tot de verbeelding sprekende exemplaren. Dat mag, maar ze moeten ze in hetzelfde water terugzetten. Toen duidelijk werd dat dit geen incidenten zijn besloot Rijkwaterstaat onderzoek te laten doen naar het voorkomen van de reuzen en hun invloed op de visstand. Daarbij is gebruik gemaakt van de informatie van het meervalmeldpunt van Sportvisserij Nederland.

Het paaiseizoen begint als het water aan het eind van de zomer is opgewarmd en wordt vaak ingeluid door een periode met onweer. Op verschillende plaatsen zijn jongen aangetroffen, maar de precieze paaigebieden zijn nog niet gevonden. Meervallen maken een gestoffeerd nest en bewaken dat tot de jongen uitkomen.

De Maas van Venlo tot Den Bosch beschouwen de onderzoekers als het kerngebied voor de Europese meerval. Stuwen en sluizen remmen de stroomsnelheid waardoor het water er wat warmer is.

Wateren met harde oevers bieden te weinig schuilgelegenheid en zijn evenmin geschikt als paaiplaats of voor jongen om op te groeien.

Dat de meeste meervallen in de Grensmaas in Limburg zijn aangetroffen, lijkt geen toeval. Dit deel van de rivier is het enige dat niet gebruikt wordt door de beroepsscheepvaart, het heeft snelstromend water met een ondiepe bodem van zand of grind.

Ecosysteem

De invloed van de meerval op populaties van andere vissoorten, is niet precies duidelijk. De aanwezigheid van zalm, rivierprik en elft geldt als maatstaf voor een goed ecosysteem met een gezonde visstand. Meervallen zouden de inspanningen om deze soorten te laten terugkeren, teniet kunnen doen. Er zijn aanwijzingen dat ze naar krachtcentrales trekken waar ze vissen opwachten die daar, soms gewond, een gemakkelijke prooi vormen. Ook bij de stuwen bij Lith en in de Roer azen ze op zalm en wordt de verdwijning van gezenderde exemplaren in verband gebracht met hun aanwezigheid.

Meervallen azen ook op invasieve exoten zoals rivierkreeften en uit Oost-Europa afkomstige Ponto-Kaspische grondels, waarmee ze het ecosysteem positief beïnvloeden. Uit onderzoek in de Westeinderplassen blijkt overigens dat de meervalpopulatie daar geen onnatuurlijk groot aandeel heeft in de totale visstand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer