Buitenland

Japanse leraren voelen zich ongemakkelijk bij verplicht volkslied

Toru Kondo, een 57-jarige leraar Engels op een openbare school in Tokio, deed wat hij al 23 jaar lang had gedaan. Die dag was de diploma-uitreiking voor de leerlingen van de middelbare school. Kondo en al zijn collega’s in Tokio moesten tegen hun wil het Japanse volkslied zingen en opstaan voor de vlag met de rijzende zon. Meer dan 200 docenten deden het niet en riskeerden ontslag.

Van onze correspondent
3 December 2004 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 01:57

Tokio besloot op 23 november vorig jaar hiertoe een wet aan te nemen. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog kwamen op de meeste scholen in Japan de vlag en het volkslied nooit aan bod. Slechts op 4 procent van de scholen maakten de vlag en het volkslied deel uit van de diploma-uitreiking.

In 1999 kwam hier een eind aan. Het hoofd van een school in Hiroshima pleegde zelfmoord nadat de lokale onderwijscommissie hem onder druk had gezet om het volkslied en de vlag tegen de wil van docenten en leerlingen in acht te nemen. De dramatische gebeurtenis was wekenlang voorpaginanieuws en er werd druk over gediscussieerd.

De toenmalige premier Obuchi dacht meer leed te voorkomen door een wet aan te nemen die de Kimigayo en de Hinomaru officieel nationaal volkslied en nationale vlag maakten. Hij beklemtoonde dat het niet de bedoeling was dat burgers gedwongen werden op te staan en te zingen. Maar gouverneur Ishihara van Tokio dacht daar anders over. Vorig jaar zag hij zijn kans schoon om een wet te laten aannemen die docenten en leerlingen ertoe dwingt dit te doen. Hij werd gesteund door neonationalistische politici en burgers die geloven dat Japanners onvoldoende liefde en eerbied voor hun land tonen.

Vijf jaar na de dramatische zelfmoord zijn vlag en volkslied nu een vast onderdeel van diploma-uitreikingen op vrijwel alle Japanse scholen. Veel leerlingen en docenten in Japan voelen er zich ongemakkelijk bij.

Toru Kondo is een van hen. De laatste diploma-uitreiking vergeet hij nooit meer. Diploma-uitreikingen zijn in Japan sowieso al stijve officiële gebeurtenissen in Japan, maar dit jaar hing er een voelbare spanning. De rector had alle docenten driemaal bij elkaar geroepen en hen gewaarschuwd dat er disciplinaire maatregelen zouden volgen tegen leerkrachten die niet zouden staan voor de Hinomaru, de Japanse vlag, of als ze de Kimigayo, het volkslied, niet zouden zingen. Hij werd luid uitgejouwd en alle leerkrachten verlieten uit protest de vergadering.

Het was de eerste keer in de geschiedenis van Shinozaki Senior High School dat een rector een dergelijk bevel gaf en dat docenten een vergadering uit protest verlieten. In de aanloop naar de diploma-uitreiking liep de spanning met de dag op.

„De rector liep aan het hoofd van docenten en gasten de zaal binnen”, herinnert Kondo zich. Langs de kant stonden vijf rijen stoelen gereed voor hen. „Ik zat op de op een na laatste rij.” Achter hem zaten twee onderwijsinspecteurs. De onderwijscommissie in Tokio had als voorzorgsmaatregel inspecteurs naar alle openbare scholen gezonden. Zij moesten ervoor zorgen dat de nieuwe wet inzake het volkslied en de vlag werd nageleefd.

Na de openingswoorden van de conrector klonken de eerste klanken van de Kimigayo. Alle docenten behalve Kondo en twee collega’s stonden op. Er waren nog geen tien seconden verstreken of de conrector stond reeds achter hen, tikte hen op de schouder en beval hen op te staan. „Ik zag hoe de conrector blikken wisselde met de inspecteurs”, zegt Kondo. Die blikken waren het startschot van een moeizame strijd.

Onmiddellijk na de ceremonie werden de drie docenten één voor één op het matje geroepen bij de rector. Kondo zei dat hij een advocaat wilde. Dit werd niet toegestaan. Een vakbondsvertegenwoordiger werd ook niet binnengelaten. Kondo besloot daarom alles op te nemen op een bandje. „De rector en de conrector waren heel nerveus. Ze verboden me opnamen te maken, maar ik deed het toch.” Terug in de lerarenkamer werden de drie aangemoedigd door alle andere leraren. „Iedereen dacht er hetzelfde over”, legt Kondo uit.

Soortgelijke taferelen speelden zich af op andere openbare scholen in Tokio. Van sommige scholen bleven docenten uit protest thuis. Chie Ito, een 57-jarige lerares geschiedenis op Higarigaoka Senior High School, was zodoende de enige docent die bleef zitten. „Vier andere docenten kwamen niet opdagen. Nu is er een kans dat een nieuwe maatregel het nemen van een vrije dag op dagen dat het diploma wordt uitgereikt, gaat verbieden.” Ook Ito werd bij de rector geroepen. „Twee onderwijsinspecteurs zaten achter de rector en de conrector, met de rug naar ons toegekeerd”, herinnert zij zich.

Al met al zijn er 247 leraren in Tokio die protesteren tegen het verplicht gaan staan bij vlag en volkslied. In augustus moesten zij een heropvoedingcursus volgen. De leraren spanden hiertegen een rechtszaak aan, maar het gerechtshof verwierp hun protest. De rechter zei echter wel dat de cursus ongrondwettelijk zou zijn als de leraren moesten „lijden.”

Deze kanttekening maakte het onmogelijk voor de Onderwijscommissie om tijdens de cursus te praten over de nieuwe wet. In plaats daarvan gaf een ambtenaar een lezing van drie kwartier over seksuele intimidatie, de onwenselijkheid van dronken lesgeven en meer van dergelijke vanzelfsprekende zaken.

„Er heerste grote chaos en verwarring”, herinnert Kondo zich. „De helft van de leraren stonden op en begonnen de ambtenaar uit te jouwen. „Antwoord ons”, schreeuwden ze.” Dit ondanks de moeite die de commissie had genomen om de docenten te intimideren. „Toen ik voor de lezing naar het toilet ging”, zegt Kondo lachend, „werd ik gevolgd door drie ambtenaren van de Onderwijscommissie.”

De docenten werden tevens gedwongen een zogenaamde ”hanseibu” te schrijven, een essay waarin de schrijver spijt toont over zijn daden. In Japan is het schrijven van dergelijk spijtbetoon een geaccepteerde procedure op scholen en bedrijven als iemand de regels heeft overtreden. De politie gebruikt het vaak om mensen die voor het eerst een wet overtreden te waarschuwen zonder verder te vervolgen. „Mijn advocaat had me verteld dat ik niets hoefde te schrijven”, legt Ito uit, „dus ik schreef gewoon op wat er had plaatsgevonden.”

Het juridische gevecht van Ito en de andere docenten is nog maar net begonnen. De eerste door de docenten aangespannen rechtszaak begint waarschijnlijk in januari. Rechtszaken in Japan duren doorgaans vele jaren, dus er is een grote kans dat docenten nog diverse diploma-uitreikingen zullen bijwonen voordat de rechter een uitspraak doet. Tot dat moment kan elke docent die weigert te gaan staan en die niet meezingt worden gestraft met een heropvoedingcursus en loonsverlaging. Docenten die herhaaldelijk weigeren te zingen, kunnen zelfs worden ontslagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer