Veel jaarwisselingen beleefde Heijting (61) in politie-uniform. Sinds 2007 is hij al wijkagent, de laatste twee jaar in Veenendaal-Oost en -Noord. „Een nare oudejaarsnacht kan ik me uit al die jaren niet heugen. Soms was het wat drukker, maar ik kan niet zoiets zeggen als: Tsjonge, oud en nieuw in 2014, dat was me toch een nacht! Niet dat ík het onder controle had, maar de mensen gedroegen zich buitengewoon goed.”

Voor Heijting begint het plezier van een oudejaarsdienst al op het politiebureau. „Ook daar is het gezelliger. Er zijn meer collega’s dan op een normale vrijdag- of zaterdagavond. Dat moet ook wel in zo’n nacht waarin er meer mensen buiten zijn en er zich dus meer incidenten kunnen voordoen. Als er een aanrijding met letsel is, waarbij ook het verkeer moet worden geregeld, ben je zomaar geruime tijd twee, drie man kwijt. Dit jaar zal het door corona en het vuurwerkverbod, net als afgelopen oud en nieuw, wel minder druk worden op straat, verwacht ik.”

Een dienst in december is voor Heijting als alle diensten in het jaar. „Soms zeg je na twee reanimaties, een zware aanrijding met letsel onder invloed van alcohol en nog wat meldingen van vuurwerkoverlast: Jongens, we hadden een drukke dienst. Maar in deze maand zijn er ook diensten met, hoe vervelend ook, alleen wat vuurwerkgedoe.”

Kerst ervaart Heijting over het algemeen als rustig. „Al is er dan wel hoger risico op woninginbraken, omdat veel mensen bij vrienden of familie aan het kerstdiner zitten. De donkere dagen vanaf oktober betekenen elk jaar weer meer inbraken en pogingen daartoe, ondanks alle preventiecampagnes. Soms wordt een huis voor een paar uur onverlicht achtergelaten. Een inbreker hoeft maar even aan te bellen om zeker te weten dat er niemand thuis is, voordat hij zich aan de achterkant met een breekijzer toegang verschaft om de woning leeg te halen. Ik zie zo vaak een donker huis als ik op de mountainbike door de wijk fiets.”

Dit is het derde deel in een korte serie interviews met hulpverleners over de jaarwisseling