Rechtbank sluit proces Marengo voor 2021 af, vervolg in maart
De rechtbank Amsterdam heeft woensdag in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp het liquidatieproces Marengo voor het jaar 2021 afgesloten. Vanaf 1 maart volgend jaar pakt de rechtbank de draad weer op. Het Openbaar Ministerie hoopt in juni 2022 zijn visie op de zaak te kunnen presenteren, uitmondend in strafeisen.
Het geruchtmakende proces draait om zes onderwereldmoorden, naast een reeks pogingen en voorbereidingen daartoe. Hoofdverdachte is de 43-jarige Ridouan Taghi. In totaal staan zeventien mannen in de zaak terecht. Taghi’s veronderstelde rechterhand, Saïd R., is recentelijk door Colombia uitgeleverd aan Nederland. In februari stopten zijn toenmalige advocaten met de verdediging. Zijn huidige advocaten hebben de rechtbank gevraagd de zaak tegen R. af te splitsen van de rest, omdat zij nog veel tijd nodig hebben om zich voor te bereiden.
Het Openbaar Ministerie verzet zich daartegen. De rechtbank moet nog op het verzoek beslissen, maar houdt rekening met de mogelijkheid dat de strafeis tegen R. later zal worden uitgesproken. De planning van het verdere verloop van het proces volgend jaar als geheel staat nog niet vast.
De rechtbank beslist later deze week op een aantal verzoeken van verdachten die beëindiging dan wel opschorting van hun voorarrest hebben gevraagd. Het OM heeft zich in alle gevallen verzet. De verdenkingen zijn te zwaar, aldus het OM, en de aanwijzingen tegen de verdachten te ernstig.
Mohamed R., een jongere broer van Saïd, lichtte woensdag zelf toe waarom hij vindt dat hij in elk geval voorlopig op vrije voeten moet komen. Waar onder de Marengo-verdachten zwijgen de norm is, voert R. veelvuldig het woord. In een gloedvol betoog zei hij dat hij niets te maken heeft met de twee moorden waarin justitie hem een rol toedicht. In de zaak rond een mislukte liquidatie zegt hij dat hij zich „voor een karretje” heeft laten spannen en „een fout” heeft gemaakt. „Ik verdien daar een straf voor.” Hij zei het beoogde slachtoffer om „vergeving” te willen vragen.
„Ik wil na mijn detentie iets terugdoen voor de veiligheid van de maatschappij”, vervolgde R. „Het heeft me goed gedaan, de bajes. Ik ben nederig geworden. Maar ik verdien het om eerlijk behandeld te worden en niet als een beest. Ik vertik het om een beest te worden. Geef me een straf die ik verdien, maar niet een die ik niet verdien.”