RIVM meldt hoeveel mensen vorige week een boosterprik kregen
De overheid wil snel veel mensen een boosterprik tegen het coronavirus geven. Hoe dat gaat, wordt dinsdag duidelijk. Dan meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hoeveel mensen vorige week zo’n oppepprik hebben gekregen. Die moet de afweer tegen het coronavirus versterken, helemaal nu de omikronvariant zich snel verspreidt.
Demissionair zorgminister Hugo de Jonge heeft in het vooruitzicht gesteld dat de GGD’en vorige week zo’n 700.000 mensen een boosterprik zouden geven. De week ervoor lukte het de GGD’en om meer mensen te vaccineren dan De Jonge had aangekondigd. De minister noemde een getal van 350.000, maar de GGD’en zetten uiteindelijk zo’n 375.000 boosterprikken.
Tussen de 11 en 12 miljoen volwassenen in Nederland zijn volledig gevaccineerd. Als hun laatste prik minstens 3 maanden geleden was en als ze in de afgelopen 3 maanden ook geen corona hebben gehad, komen ze in aanmerking voor een boosterprik.
De meest recente boostercijfers zijn van afgelopen donderdag. Toen hadden ongeveer 1,36 miljoen mensen de boosterprik gekregen. Dat waren er ruim 600.000 meer dan de donderdag ervoor.
Dat betekent dat ongeveer 10 miljoen volwassenen nog aan de beurt zijn voor een oppepprik. Het kabinet wil dat zij voor het eind van januari allemaal de booster kunnen hebben gehaald. Om dat te bereiken, moeten per week meer dan 1,5 miljoen oppepprikken worden gegeven. De GGD’en halen alles uit de kast om dat mogelijk te maken.