RIVM: ruim 100 Omikron-gevallen, aantal opnames kan stijgen
Meer dan honderd mensen in Nederland zijn positief getest op de Omikron-variant van het coronavirus. De virusversie zal in de komende weken leiden tot meer besmettingen, en daardoor kan het aantal ziekenhuisopnames weer gaan stijgen. Daarvoor waarschuwt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het instituut zegt dat de variant zorgen baart. ‘Omikron’ is in totaal 123 keer vastgesteld in Nederland. Daaronder zijn 18 mensen die op 26 november per vliegtuig aankwamen vanuit Zuid-Afrika, het land waar de nieuwe virusversie het eerst werd vastgesteld.
Buiten die groep van 18 is de Omikron-variant bij nog 105 mensen ontdekt. Onder hen zijn 80 mensen die onlangs in zuidelijk Afrika zijn geweest. Verder hebben 3 anderen contact gehad met iemand die de variant onder de leden heeft. Zeker 15 mensen hebben geen „directe of indirecte link” met zuidelijk Afrika. Dat betekent dat zij het op een andere manier moeten hebben opgelopen, wellicht binnen Nederland. Bij 7 mensen loopt het onderzoek naar de bron van hun Omikron-besmetting nog.
Het RIVM houdt er rekening mee dat Omikron de dominante variant in Nederland wordt. Dat is nu nog de Delta-variant, die goed is voor net geen 100 procent van alle positieve tests.
Het werkelijke aantal Omikron-besmettingen zou hoger kunnen liggen. Mensen die terugkomen uit zuidelijk Afrika krijgen de oproep om zich na aankomst in Nederland te laten testen op het coronavirus, maar dit is niet verplicht. Die test kan alleen vaststellen of mensen het coronavirus onder de leden hebben, maar niet om welke variant het gaat. Om daar duidelijkheid over te krijgen, gaat het testmonster na de uitslag naar een laboratorium voor verder onderzoek.
Als mensen niet in zuidelijk Afrika zijn geweest en geen contact hebben gehad met iemand die de Omikron-variant heeft, kunnen ze nog steeds naar een teststraat om duidelijkheid te krijgen over de coronabesmetting. Maar van die positieve uitslagen gaat maar een kleine steekproef door naar een lab voor verder onderzoek, de zogeheten kiemsurveillance. Het is dus mogelijk dat er Omikron-gevallen zijn die niet naar een lab gaan en dus niet officieel worden vastgesteld.