Gemeenten halen banden met burgers aan
Gemeentebesturen hebben in de eerste maand na de moord op Theo van Gogh, op 2 november, de banden met de verschillende bevolkingsgroepen binnen hun grenzen aangehaald. Dat blijkt uit een rondgang langs de gemeenten Groningen, Emmen, Eindhoven, Uden, Utrecht, Helden en Rotterdam.
Gemeentebesturen vinden het noodzakelijk in gesprek te gaan met de diverse geloofsgemeenschappen, onder meer om de stemming te peilen. In sommige gemeenten bleken rust en rede te overheersen, andere gemeenten moesten meer moeite doen om de mensen bij elkaar te houden.
In Groningen vond een „hernieuwde kennismaking” plaats, zegt VVD-fractievoorzitter R. Kouwenhoven. Dat was na een poging tot brandstichting en bekladdingen bij twee moskeeën. Behalve de fractieleiders uit de gemeenteraad voerden ook burgemeester Wallage en wethouder Minderheden Van Schie gesprekken met vertegenwoordigers van religieuze minderheden.
Op 18 december gaan de fractieleiders op bezoek bij christelijke, joodse, islamitische en andere geloofsgemeenschappen. Kouwenhoven: „Wat mij betreft richten we ons primair op de moskeeën, omdat daar vanuit het reguliere circuit minder contact mee is.”
De moslimgemeenschap heeft laten weten meer openheid te willen bieden. Groningen past het minderhedenbeleid niet aan.
Burgemeester A. Sakkers van Eindhoven riep meteen na de explosie op 8 november in de islamitische Tarieq Ibnoe Ziyad-school de inwoners op elkaar „heel stevig vast te houden.” De gemeente moet al het mogelijke doen om de verschillende bevolkingsgroepen bij elkaar te houden, aldus Sakkers. „Deze gebeurtenis mag geen scheiding teweeg brengen. We moeten zuinig zijn op de contacten die we hebben. En die zijn in Eindhoven heel erg goed.”
Alle goede voornemens ten spijt ging de volgende dag in Uden de islamitische basisschool Bedir in vlammen op. Op het gebouw stonden leuzen gekalkt die verwezen naar de moord op Theo van Gogh.
Terwijl in Brabant de spanningen na de moord op van Gogh opliepen, koesterde men in Drenthe de rust. In Emmen zijn incidenten vrijwel uitgebleven. Het enige probleem deed zich afgelopen weekeinde voor, toen de plaatselijke moskee, een kerk en een buurtgebouw met onder meer hakenkruisen werden beklad.
Burgemeester Cees Bijl van Emmen ziet daar geen racistische motieven achter. Tot zijn opluchting is de stemming sinds de moord op Van Gogh niet anders geworden. „Gelukkig gaat het hier goed. In Drenthe begint nooit een revolutie.”
Op 13 november brandde de moskee in het Noord-Limburgse Helden af. Dat doet stof opwaaien. Op het forum dat de gemeente opent om de meningen van haar burgers te peilen, staan heftige reacties. Van autochtonen die vinden dat moslims gasten in Nederland zijn die zich niet al te veel kunnen permitteren. Maar ook mensen die oproepen tot goed nadenken plaatsten reacties. Heldense moslims vragen zich af wat ze hebben misdaan. De suggestie dat zogenoemde met extreem rechts sympathiserende Lonsdale-jongeren er iets mee te maken hebben, schiet velen in het verkeerde keelgat. Ze vinden het stigmatiserend.
Burgemeester Opstelten van Rotterdam stelt vast dat de situatie „ondanks enkele vervelende incidenten” bij moskeeën en kerken, beheersbaar is gebleven. „Het is verschrikkelijk wat er is gebeurd. Maar het maakt duidelijk waarom we alert moeten zijn op extremisme. Als we daar niet op letten, kan het leiden tot terrorisme.”
Volgens hem maakt de nasleep van de moord op Van Gogh ook het nut duidelijk van het islamdebat dat Rotterdam al in september in gang heeft gezet. „Juist nu is het belangrijk dat we niet gaan generaliseren, maar elkaar recht in de ogen blijven kijken.”
Utrecht houdt bijeenkomsten, met het Marokkaans netwerk en breder, met circa 150 mensen van besturen van kerken, moskeeën en scholen. De activiteiten zijn gericht op de behoefte om te praten over de dreigende situatie sinds de moord op Van Gogh, maar ook op de behoefte om te laten zien dat Utrechters veerkrachtig zijn en kunnen samenwerken aan een veilige stad. De bestuurders gaan meer de wijk in en spreken meer mensen.
Burgemeester Brouwer: „In het dagelijkse leven merk ik geen verandering, wel in persoonlijke gesprekken met mensen.”