Tornado’s trekken spoor van vernieling door zes staten VS
Een cluster van zeker 24 tornado’s heeft zaterdag een spoor van 400 kilometer aan enorme vernielingen getrokken door zes staten van Amerika. Naar schatting zijn daarbij zeker honderd doden gevallen.
Het zwaarst getroffen is Mayfield, een plaatsje met nog geen 10.000 inwoners in de staat Kentucky. Dwars door het stadje loop een brede strook waar geen pand meer overeind staat.
In een kaarsenfabriek zijn inmiddels acht slachtoffers geborgen; acht medewerkers worden nog vermist. Volgens woordvoerder Bob Ferguson werd ernstig rekening gehouden met zo’n zeventig doden. „Elk slachtoffer is er één te veel, maar we danken God dat het aantal veel, veel minder blijkt te zijn.
De staat Kentucky is het meest geraakt. Daar zijn hele dorpen weggevaagd. Gouverneur Andy Beshear: „Je moet niet denken dat we van deur tot deur kunnen gaan om te checken of iedereen oké is. Er zijn daar geen deuren meer. De vraag is of er mensen onder het puin van de vele ingestorte bouwwerken liggen.” Beshear maakt zich grote zorgen over het grote aantal vermisten. In Dawson Springs, een plaats met 2700 inwoners, is de lijst met vermisten acht kantjes lang.
De tornadocluster trof naast Kentucky ook Mississippi, Arkansas, Tennessee, Illinois en Missouri.
President Biden heeft Kentucky tot ”federaal rampgebied” uitgeroepen. Dat betekent dat voor de hulpverlening en toekomstige wederopbouw een beroep gedaan kan worden op Washington.
De hulp kwam moeizaam op gang. Het wordt gehinderd door harde winden, wateroverlast en loshangende elektriciteitskabels.
De hulpverlening is deels opgepakt door en particulieren, waaronder de christelijke noodhulporganisatie Samaritan’s Purge. „We richten ons vooral op afgelegen dorpen”, zegt een woordvoerder.
Inmiddels worden in heel Amerika inzamelingsacties gehouden voor de getroffenen. Ook zijn er zondag speciale kerkdiensten gehouden. Ds. Tyler Wunderlich van de Northside Church of Christ in Mayfield ging zondagmiddag voor in een dienst. „Dat was heel dubbel. Enerzijds wilden we steun en troost bieden aan nabestaanden en bezorgde familieleden. Anderzijds wilden we God danken dat we deze ramp hebben overleefd.”