Binnenlands Bestuur: Geen volledig knalvrije overgang naar 2022
Een volledig knalvrije overgang naar 2022 zit er niet in, schrijft Binnenlands Bestuur. Ondanks het afgekondigde vuurwerkverbod is ongeveer een op de tien Nederlanders toch van plan vuurwerk af te steken met oud en nieuw. Dit is een van de uitkomsten van de zogenoemde ‘vuurwerkpeiling’, die I&O Research jaarlijks voor het blad uitvoert. Dit jaar deden er 1188 Nederlanders van 18 jaar en ouder aan mee.
Een ruime meerderheid (63 procent) is nog altijd voor een particulier verbod op het afsteken van vuurwerk. Dat percentage is sinds 2020 stabiel, terwijl er daarvoor aanzienlijk minder steun voor was. Als het gaat om 65-plussers, steunen acht op de tien een verbod. Dat zijn er iets meer dan vorig jaar (74 procent).
Zeven op de tien ondervraagden vinden een verbod terecht om de zorg te ontzien. Een kwart is het hier (groten)deels mee oneens. Vorig jaar steunden meer mensen de stelling de zorg te ontlasten via een verbod: vier op de vijf. Milieu en dieren zijn belangrijkere redenen om geen vuurwerk af te steken dan de overbelasting van de zorg, zo blijkt ook uit de studie.
Over een vuurwerkverbod blijken de meningen van gevaccineerden tegen corona en niet-gevaccineerden uiteen te lopen, zo stelt Binnenlands Bestuur. Twee op de drie gevaccineerde Nederlanders is voor een algeheel verbod voor particulieren, terwijl bijna de helft van de groep niet-gevaccineerden tegen een verbod is. Zo blijkt, aldus het blad, dat naast meningsverschillen in de afgelopen maanden tussen deze twee groepen op het gebied van stemgedrag en vertrouwen in de overheid ook dit onderwerp anders wordt bezien.
Wel zijn er „per saldo meer niet-gevaccineerden tegen een vuurwerkverbod dan voor”, aldus Peter Kanne van I&O Research in Binnenlands Bestuur.
Het onderzoek werd gehouden in de week voordat het kabinet op 19 november bekendmaakte dat ook deze jaarwisseling het particulier afsteken van vuurwerk verboden is. De onderzoekers peilden of Nederlanders van plan waren vuurwerk af te steken, hoe zij zouden reageren op een mogelijk verbod en hoe zij tegenover een algeheel verbod staan.