Mens & samenlevingMALAWI

Altijd weer die
 gekromde ruggen ​

De RD-actie is dit jaar neergestreken in Malawi, een straatarm land in zuidelijk Afrika. Waar mensen nog dagelijks zwoegen op hun akkers om in hun voedsel te voorzien. Tijdgenoten zijn ze, en juist dat maakt het zo lastig hun wereld te rijmen met die van het rijke Westen.

4 December 2021 14:54
beeld Jaco Klamer
beeld Jaco Klamer

Hoe ziet armoede eruit? In eigen land valt het nog niet zo mee daar een beeld bij te hebben – vaak is het een kwestie van meer of minder. Dat neemt niet weg dat er in Nederland ruim 1 miljoen mensen rond of onder de armoedegrens leven. Die grens geeft aan wat er nodig is aan inkomsten voor eerste levensbehoeften. In Nederland is dat een besteedbaar inkomen van tussen de 1100 en 1900 euro per maand.

Wereldwijd ligt de armoedegrens op een veel lager bedrag, nog geen 2 euro per dag. Als de toestand in Malawi daaraan wordt afgemeten, dan leeft daar de helft van de bevolking –zo’n 10 miljoen mensen– onder die grens.

De gedaante van armoede in Malawi, een van de armste landen ter wereld, is me bijgebleven sinds ik daar in de nazomer van dit jaar was. Zwoegende mensen op hun akkers is wat ik zie als ik aan Malawi terugdenk. Honderden mannen, vrouwen en zelfs kinderen zag ik, bezig met het handmatig bewerken van de grond. Zwaar werk is het om de vaak droge en harde grond om te woelen en klaar te maken voor het planten van maïs in de regentijd, die zojuist is begonnen.

Malawianen die op het platteland wonen –en dat is 85 procent van de 20 miljoen inwoners– moeten vooral zelf voor hun kostje zorgen, en dat doen ze door op hun akkers maïs te verbouwen. Van het maïsmeel wordt het in Malawi populaire nzjima gemaakt: maïsdeeg dat in ieder gezin dagelijks op tafel staat. Voor wie het als extra kan betalen: in combinatie met wat groente en kip of rundvlees.

De verbouw van maïs met alles wat daarbij komt kijken, is vanwege die voedingsfunctie ieder jaar weer een serieus gebeuren. Kwetsbaar ook, want droogte of extreme regenval kan er zomaar voor zorgen dat een oogst mislukt.

Dwaalspoor

Eenmaal terug in Nederland zag ik die gekromde ruggen weer voor me, en ik dacht: wie is nu de typische mens anno 2021?

Levend in een land als Nederland, waar voor de meesten voedselconsumptie mijlenver afstaat van de productie ervan, en het ook nog eens lijkt alsof niemand zich over voedsel druk maakt, word je gemakkelijk op een dwaalspoor gezet. Voor de meeste Nederlanders ligt het dagelijks brood „vanzelfsprekend” klaar in de super of de versmarkt, en daarom kunnen wij ons met heel andere zaken bezighouden. Maar terwijl westerlingen op terrasjes smullen van een sandwich, of nippen aan een wijntje, rondrijden in elektrische auto’s, of verveeld op hun mobieltje kijken, zijn er miljoenen tijdgenoten die zich zo’n desinteresse in voedsel niet kunnen permitteren. Zij zijn vrijwel dagelijks te vinden op hun akkers om die eigenhandig te bewerken voor hun eerste levensbehoeften.

Tijdgenoten zijn ze, en vooral dat zorgt voor een ontstellende gedachte, want die twee werelden bestaan dus gelijktijdig zonder dat ze met elkaar zijn te rijmen.

In het Westen heeft men de gewoonte zulke misstanden in levens van mensen toch vooral op te merken in landen waar „slechteriken” aan de macht zijn, in Noord-Korea bij voorbeeld. Extreme armoede is dan een bewijs dat het regime niet deugt.

Wat als er in de vrije wereld ook zulke toestanden zijn? Dan moet ook daar iets niet sporen qua beleid. Meestal zijn misstanden er van heel andere aard: corruptie, nepotisme en vriendjespolitiek, waardoor burgers niet krijgen waarop ze recht hebben. Toch lijkt het erop dat een autoritair bewind in het op vrijheid gerichte Westen altijd eerder in de verdachtenbank belandt dan een corrupt regime dat vrijheid voor zijn burgers hoog in het vaandel heeft. Dat overheidscorruptie in een land als India (bekend als ’s werelds grootste democratie) een belangrijke oorzaak is van honger onder de allerarmsten wordt dan algauw vergeten.

a422589594i0001_max1024x.jpeg
beeld Jaco Klamer

Houtskoolvervoerders

Intussen heeft armoede in Malawi ook tal van andere gedaanten. Het is bijvoorbeeld zichtbaar in de baantjes die mensen hebben. Bij gebrek aan werkgelegenheid in industrie, handel of dienstverlening zijn het vaak eendagsklussen voor dagloners die voor de nodige inkomsten voor die dag zorgen. Of het zijn baantjes in de transportwereld, waarbij het niet uitmaakt wie of wat er van A naar B moet – er is altijd wel iemand met een fiets, een brommer of handkar die zo’n klus wil klaren.

Een opvallende groep in Malawi zijn de houtskoolhandelaren. Mannen en jongens die op hun fiets volgeladen met houtskool uit de hoger gelegen bossen komen, waar (meestal illegaal) gekapt bos tot houtskool is verwerkt. Na een dagen durende tocht wordt de brandstof verkocht in de bewoonde wereld. De houtskoolmannen rijden op hun fietsen vaak in colonnes op en neer en tijdens die tochten is er vaak sprake van criminaliteit en een hoog alcoholgebruik. De manier waarop ze hun fietsen volstouwen met houtskool dwingt respect af.

Wie een fiets heeft en wat wil verdienen, kan het achterzitje ombouwen tot een heuse passagiersplek. Een kussentje erop en rijden maar.

Van een hogere orde zijn de witte taxibusjes die de straten en wegen onveilig maken. De chauffeurs zijn berucht om hun rodeo-achtige rijgedrag. Omdat ze de busjes huren en bij terugkomst zelf de benzine moeten betalen, maken de meesten er een kunst van om zo weinig mogelijk benzine te gebruiken. Dat betekent bij de geringste afdaling de motor uit en geluidloos rollend naar beneden. Volgeladen met passagiers dendert zo’n busje natuurlijk het hardst richting het laagste punt…

Zaklamp

Een van de meest aangrijpende uitingen van armoede trof ik aan bij mensen thuis. Door het ontbreken van stroom in de meeste huisjes is het er binnen aardedonker zodra de avond is gevallen – en die valt vroeg in Malawi, zo rond zes uur. Aangrijpend zijn de met plakband aan de muur geplakte zaklantaarns die in menige hut voor wat verlichting moeten zorgen. Batterijen zijn om die reden gewild onder Malawianen – ook bij kinderen die met een zaklamp huiswerk maken. Zaklantaarn of niet, het weerhoudt veel mensen er niet van om op tijd te gaan slapen: zo tussen zeven en acht uur is het in veel huisjes stil. Slapen doen de bewoners op de grond – een kleed zorgt er dan voor dat de kille aarden vloer niet al te ongeriefelijk wordt.

Schakelaar

Hoe wrang wil je het hebben? In Nederland zijn we zo ver dat huiskamerverlichting via wifi wordt aangestuurd – nog even en een schakelaar is hier een collector’s item. In Malawi bestaat de leeslamp –voor wie het kan betalen– uit… een zaklamp. Krijg die twee werelden maar eens bij elkaar! En toch zal dat moeten, want: tijdgenoten zijn we. Tijdgenoot zijn van een rijke westerling, dat moet voor een arme af en toe een bittere ervaring zijn. Hoe is dat aan de andere kant? Tijdgenoot zijn van een straatarme medeburger ver weg? Voor wie vanuit Nederland zijn ogen, geest én hart openhoudt, blijft dat lastig schakelen, en misschien is dat maar goed ook.

Meer over
RD-actie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer