Zeulen met het afvalputje van Utrecht
Hoog Catharijne is bevrijd van drugsoverlast. Zelfs de trappen zijn ’s nachts niet meer gevuld met slapers. Ook in de omgeving van het winkelcentrum is het rustig. Waar zijn de verslaafden en daklozen gebleven?
Sinds 1 juni dit jaar is overnachting in het grootste overdekte winkelcentrum van Nederland niet meer toegestaan. Bovendien is drugsgebruik op straat verboden. Buiten slapen behoort met de naderende winter niet tot de meest aantrekkelijke opties.
Harddrugsverslaafde dak- en thuislozen vinden sinds afgelopen zomer onderdak in een van de drie zorgcentra in het stationsgebied van Utrecht. Woensdagochtend opende burgemeester A. Brouwer het derde zorgcentrum aan de Catharijnesingel onder het naar deze singel vernoemde winkelcomplex. „Wij zeulen hier met het afvalputje van de stad”, zegt unitmanager Lennard Lamers.
Aan tafel slapen drie mannen onder een hoopje dekens. „Zij zitten hier al sinds vannacht.” Iets verderop zijn twee gebruiksruimten, een voor spuitende en een voor rokende verslaafden. In de spuitafdeling rommelt een man met een lange naald, verstrekt door het zorgcentrum. In de rokersruimte staren dertig paar holle ogen vooruit. Een enkeling slaapt. Af en toe stapt iemand op of komt er een nieuwe verslaafde binnen. Sommigen zitten hier uren doelloos voor zich uit te kijken. „Er zijn er nogal wat die dit als hun thuis beschouwen”, zegt Lamers.
Zeven dagen per week, 24 uur per dag is De Singel open. „Drugsverslaafden leiden over het algemeen geen regelmatig leven. Hun grootste activiteit valt in de namiddag, avond en nacht. Maar ook ’s ochtends vroeg komen mensen binnen. Bijvoorbeeld tippelaarsters die na een nacht werken zich hier willen verschonen en wat eten en drugs gebruiken.” Douchen is gratis en eten is tegen een heel laag tarief verkrijgbaar.
De aanpak van de opvanginstellingen in Utrecht is sinds enkele maanden veranderd. „Het doel was vroeger voornamelijk overlastbestrijding”, zegt Lamers. „We hadden toen een inloopfunctie. Dat had een aanzuigende werking voor het hele land.”
De oude situatie kende ook geen 24-uursopvang. „Dat betekende elke dag heibel als we om elf uur ’s avonds mensen op straat moesten zetten. Het zorgde ook voor problemen in het stationsgebied, omdat deze mensen daar een slaapplaats gingen zoeken. Dat is nu voorbij.”
Lamers ontdekte dat er „heel leuke mensen” onder de verslaafden zitten. „Elk mens heeft recht op zorg. Niemand raakt voor zijn lol verslaafd. Binnen de zorgcentra streven we naar het verkrijgen van een vertrouwensrelatie, waarbij gelijkwaardigheid tussen cliënt en medewerker uitgangspunt is.”
Utrecht telt op dit moment ongeveer 350 harddrugsverslaafde dak- en thuislozen. Van hen zijn er 337 ingeschreven bij Centrum Maliebaan, waar de drie zorgcentra voor deze doelgroep onder vallen. „Wij hebben ongeveer 90 procent goed in beeld. Opvallend is dat de helft van allochtone afkomst is.”
Permanent is bijna eenderde van de cliënten gedetineerd. „Degenen die hier komen, zijn over het algemeen geen lieverdjes. Bijna allemaal horen ze tot de categorie veelplegers. Hoe moeten ze anders aan geld komen voor hun drugsgebruik?” zegt Lamers.
De zorgcentra zijn niet primair gericht op afkicken, maar op stabilisatie. „Als iemand langer dan anderhalf jaar verslaafd is, blijkt de mogelijkheid om hier vanaf te komen nihil”, aldus de woordvoerder. De drie zorgcentra onder de paraplu van Centrum Maliebaan draaien nog maar kort. Toch zijn de eerste effecten al meetbaar. „De verbetering van leefomstandigheden van de verslaafden door goede opvang en zorg leidt in Utrecht duidelijk tot minder drugsgebruik, overlast en criminaliteit”, zegt Lamers. „Dit is dé oplossing voor een vergeten groep.”