Heel soms is een steen een meteoriet
Als iemand denkt een meteoriet te hebben gevonden, kan hij contact opnemen met astrofysicus Niek de Kort (64) uit Woerden. Het zal bijna altijd een teleurstelling opleveren. Heel soms is het raak.
„In de tientallen jaren dat ik dit doe heeft het me tot nu toe één echte meteoriet opgeleverd.” Die viel in januari 2017 in Broek in Waterland. Jaarlijks landen er op aarde vele meteorieten. „Maar je moet net het geluk hebben dat je er een ziet vallen en hem vervolgens ook nog kunt vinden”, vertelt De Kort.
Wanneer mensen zeggen dat ze een meteoriet in handen hebben, vraagt De Kort altijd eerst een paar foto’s met een verhaaltje erbij. „Dan doe ik een korte screening. Zou het toch niet iets anders kunnen zijn?” Deze week staat de teller op drie meldingen. „Dat is heel gemiddeld.”
De Kort krijgt zo’n 150 meldingen per jaar. En bij de Werkgroep Meteoren van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde komen ook nog honderden meldingen binnen. „We doen dit al twintig jaar. Dus reken maar uit om hoeveel meldingen het in totaal gaat.”
Er zitten ook meldingen bij van mensen die een geintje proberen uit te halen. Maar soms is het raak. „Wie een meteoriet vindt, heeft de hoofdprijs in handen”, aldus de meteorietenexpert. Dat is De Kort twee keer overkomen. Die van Broek in Waterland en eerder de beroemde Diepenveenmeteoriet, in 1873 gevallen op een graanveldje in de omgeving van Diepenveen. Die is pas in 2012 uit een nalatenschap tevoorschijn gekomen.
In het plaatsje Ensisheim in Noordoost- Frankrijk viel de eerste officieel erkende meteoriet. „Deze is beroemd geworden omdat hij op 7 november 1492 overdag met een hoop kabaal in een graanveldje plofte”, vertelt De Kort. „Het was een schok voor mensen dat er zomaar stenen uit de lucht konden vallen. Het zou een teken van God zijn.” De meteoriet was 127 kilogram zwaar. „Op 200 kilometer afstand zagen mensen midden op de dag een lichtstreep aan de hemel.” De meteoriet is te bewonderen in het plaatselijke museum.
De eerste keer dat een vallende ster op de gevoelige plaat werd vastgelegd, was in 1953. Door Machiel Alberts uit Alkmaar. „Dat moet toch een hele eer zijn geweest voor de Alkmaarse Weer- en Sterrenkundige Vereniging Metius”, zegt De Kort.
Vallende sterren zijn ruimtepuin dat de atmosfeer binnendringt. „De aarde veegt in zijn baan om de zon dit ruimtepuin op. Het meeste vergaat volledig in de atmosfeer”, legt de meterietenexpert uit. „Het zijn de vallende sterren die als kleine korreltjes met grote snelheid de atmosfeer binnenkomen. Door de luchtwrijving wordt de steen heet en ontstaat er een streep geïoniseerd materiaal. Zie je een zich langzaam verplaatsende streep, dan heeft het deeltje een snelheid van 10 tot 15 kilometer per seconde. Een heel snelle kan een snelheid van wel 50 kilometer per seconde hebben.”
Alleen de grote brokstukken komen op aarde terecht. Soms benaderen mensen De Kort met het verhaal dat ze een meteoriet zagen vallen en die opraapten. Vervolgens beweerden ze dat hij nog warm aanvoelde. „Mijn reactie: dan is het zeker geen meteoriet.”
De meeste vers gevallen meteorieten zijn namelijk koud. „De vertraging in de atmosfeer is zodanig dat op een hoogte van tussen de 20 tot de 10 kilometer de snelheid eruit is. De meteoriet valt dan min of meer loodrecht naar beneden”, verklaart De Kort. „Op deze hoogte is de luchtlaag ontzettend koud. Zo’n -50 graden Celsius.”
Er zijn gevallen bekend waarbij er zich rond net gevallen meteorieten in de Sahara een klein laagje ijs in het zand vormde. Meteorieten komen dus niet brandend op de grond. „Dat gebeurt alleen in Hollywoodfilms”, grapt De Kort. „Tenzij de meteoriet kilometers groot is.”
Antarctica
In de ruim 500 jaar na Ensisheim hebben mensen wereldwijd zo’n 1300 meteorieten zien neerkomen. In totaal zijn er een slordige 60.000 gevonden. De meeste op Antarctica. „Niet omdat daar meer meteorieten vallen. Ze blijven goed bewaard in het ijs. En omdat ijs zich naar het laagste punt verplaatst, is er een concentratie van meteorieten in bepaalde gebieden”, vertelt De Kort.
Elke zomer hebben er expedities van meteorietendeskundigen naar Antarctica plaats. „Bijna elke steen daar is het raak. Buiten Antarctica vind je er veel minder. Soms in woestijnen, als je weet hoe je moet kijken. De kans dat ergens op aarde een meteoriet valt, is overal even groot. Je moet maar net op de juiste plek zijn.”
Ook in Nederland valt er zo nu en dan een meteoriet. Maar in ons land is het uiterst lastig deze terug te vinden. „Hij valt in de sloot of zakt weg in een drassig weiland, of valt tussen de rails van de spoorwegen. Daar liggen al zo veel stenen.”
In Nederland zijn in de afgelopen 181 jaar tijd maar zes meteorieten gevonden, vervolgt De Kort. De eerste was in 1840 in Uden. Drie jaar later in Utrecht; in 1873 in Diepenveen; in 1925 nabij Ellemeet en in 1990 in Glanerbrug. „Deze boorde zich door het dak van een huis en spatte uiteen op de zolder. Dat gebeurde vlak bij de Meteorenstraat. Puur toeval.” En in 2017 die bij Broek in Waterland.
„We vermoeden dat er eens per jaar een meteoriet van een ons of meer naar beneden komt. Dat betekent dat we er eigenlijk al iets van 200 zouden moeten hebben gevonden.”
Wetenschappers vermoeden dat er jaarlijks 10 miljoen tot 1 miljard ton ruimtepuin op aarde terechtkomt. „Dat is bijna 3000 ton per dag. Verspreid je dit over de hele aarde, dat is dat een zandkorrel per vierkante kilometer.” Naar schatting valt er elke dertig seconde ergens een deeltje van een millimeter in doorsnede. Ter grootte van een meter is dat eens per jaar. Groter dan 100 meter eens in de zoveel duizend jaar. En nog grotere stukken van enkele kilometers vallen zelden.
Dinosauriërs
„De laatste keer dat dit gebeurde was volgens de gangbare wetenschap 66 miljoen jaar geleden in de Golf van Mexico. Deze liet toen de dinosauriërs uitsterven”, meent De Kort. De meest recente was in 2013, toen een meteoriet van 18 meter boven de Russische plaats Tsjeljabinsk uiteenspatte. En in 1908 spatte er een met een geschatte grootte van 60 meter uiteen boven het Russische woud nabij Toengoeska. De bekendste krater is die in de woestijn van Arizona met een diameter van 1 kilometer en een diepte van 200 meter. „In totaal telt de aarde zo’n 300 grote kraters als gevolg van meteorietinslagen.”
Op een avond in 2012 werd De Kort door Henk Nieuwenhuis, voormalig conservator van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium in Franeker, gebeld: „Ik heb een meteoriet gevonden.” De Korts reactie: „Dat zeggen er honderden per jaar. Waarom zou jij er een gevonden hebben?” Toch vroeg hij de beller een paar foto’s te mailen. „Ik klikte op de eerste foto. In één oogopslag zag ik: dit is een échte!”
De Kort mailde de foto door naar een vriend en belde hem op. „Na het verbreken van de verbinding keek ik op mijn horloge. Binnen tien seconden belde hij me terug. Ik hoorde een kreet: het is een echte!” De meteoriet zo groot als een gehaktballetje zat in een houten kistje met een briefje erbij. Hij bleek afkomstig te zijn uit een in de vergetelheid geraakte erfenis. De Kort achterhaalde de historische context en wist met zekerheid vast te stellen dat de meteoriet op 27 oktober 1873 in een graanveldje nabij Diepenveen was neergekomen.
De meest recente meteoriet kwam op 11 januari 2017 neer bij Broek in Waterland. „Twee weken daarna werd ik gebeld door een mevrouw: „We hebben schade aan ons tuinhuisje. In een balk troffen we een zwarte steen aan. Die hebben we eruit gepeuterd. Wat zou dat kunnen zijn? vroeg ze.” De Kort: „Meteen gingen bij mij alle alarmbellen af.”
Net als altijd vroeg hij de vrouw om foto’s te mailen. „Ik zag meteen dat het een echte was.” Op basis van ooggetuigenverslagen zijn het moment en de plaats van inslag bepaald. Dat bleek te zijn in een grote cirkel rondom Broek in Waterland. Hoewel het zien vallen en vervolgens vinden van een meteoriet een zeldzaamheid is, gebeurt het af en toe toch. „Vandaar dat wij meldingen, hoe onwaarschijnlijk ook, altijd natrekken.”