Lucy’s botten na vijftig jaar nog steeds betwist
Lucy is 50 jaar geworden. Sinds het fossiel op 24 november 1974 werd opgegraven is er controverse over wat Lucy eigenlijk is. Mensachtig of aapachtig, man of vrouw, dicht behaard of onbehaard, klom ze in bomen of liep ze op twee benen? De discussies hierover zijn na al die jaren nog steeds niet verstomd.
Donald Johanson loopt op die bewuste dag samen met student Tom Gray in de zinderende woestijnhitte terug naar zijn Land Rover. „We hadden die ochtend maar weinig fossielen gevonden. We dachten dat de vindlocatie was uitgeput”, vertelt de hoogleraar paleoantropologie van de Arizona State University, desgevraagd.
Terwijl ze door vindlocatie 162 bij de Awashrivier in Ethiopië lopen, kijkt Johanson over zijn rechterschouder. „Ik zag een fragment van een elleboog liggen. Het was erg klein, maar in eerste instantie dacht ik dat het van een fossiele baviaan was. Maar bij nader inzien was ik stomverbaasd toen ik zag dat het de anatomie had van een fossiel van een mensachtige.”
De Amerikaanse paleoantropoloog van Cleveland Museum of Natural History breekt zijn wandeling abrupt af. Hier ligt iets bijzonders. „We scanden onmiddellijk het gebied af en zagen nog meer fossiele fragmenten, delen van een hersenpan, ribfragmenten, een stuk onderkaak met tanden, en andere botfragmenten van ledematen liggen.” Alle van één individu. In totaal verzamelen de wetenschappers zo’n 40 procent van een compleet skelet.
Ze zien er nogal mensachtig uit, meent de hoogleraar. „Ik wist dat het meer dan 3 miljoen jaar oud moest zijn. Daarom zou het een buitengewoon belangrijke vondst zijn voor de paleoantropologie.”****Samen met zijn student bakent hij de vindplaats af. „Deze ontdekking ging mijn stoutste kinderdromen te boven; Lucy veranderde mijn leven volledig.”
Als ze op het kamp aankomen, draait de bandrecorder daar de hele avond het nummer ”Lucy in the sky with diamonds” van popgroep The Beatles. Prompt geeft medewerker Pamela Alderman het aangekondigde fossiel de bijnaam Lucy.
Lucy, officieel ”specimen AL 288-1” genoemd, wordt geclassificeerd als een hominide, een mensachtige. Omdat het in de Ethiopische deelstaat Afar is gevonden, krijgt ze de wetenschappelijke naam Australopithecus afarensis: zuidelijke mensaap uit Afar. Ze was zo’n 1,1 meter lang; ze woog 25 tot 37 kilogram. De wetenschappers schatten het skelet op 3,18 miljoen jaar oud.
Controverse
Lucy wordt een hype. Johanson promoot de bijzondere eigenschappen van zijn vondst waar hij kan. Het geraamte is volgens hem van een menselijke voorouder geweest. „Lucy blijft een icoon op het gebied van de oorsprong van de mens en dient als een essentieel vergelijkend exemplaar voor andere ontdekkingen. Nu met bijna 500 exemplaren van Australopithecus afarensis_,_ is deze soort uitgegroeid tot de bekendste van het geslacht Australopithecus en de belangrijkste verzameling van vroege mensachtigen.”
Het skelet is vanaf het begin echter ook onderwerp van controverse. Dat begint al wanneer Johanson in april 1978 de collectie mensachtigen van vindlocatie Hadar in Ethiopië presenteert op een Nobelsymposium in Zweden. De naamgeving van een nieuwe soort, Australopithecus afarensis, en vooral zijn voorstel om de menselijke stamboom opnieuw te tekenen, veroorzaakt een verhitte discussie. Johanson: „Gesteund door nieuwe ontdekkingen, krijgen we er steeds meer in vertrouwen dat Australopithecus afarensisde beste kandidaat is als voorouder van het geslachtHomo.”
Johanson denkt dat het skelet van een vrouwelijk individu is geweest. Andere wetenschappers opperen in 1995 dat Lucy wellicht Lucifer moet heten: het smalle bekken zou een aanwijzing zijn dat het skelet aan een man zou hebben toebehoord. Een ander wetenschappelijk team bestrijdt die gedachte.
Ook hoe Lucy aan haar einde is gekomen, is nog geen uitgemaakte zaak. Amerikaanse onderzoekers vermoeden in 2016 dat Lucy om het leven is gekomen door een val uit een hoge boom. Twee jaar later stellen andere wetenschappers dat ze is omgekomen door een aardverschuiving of een aanval van een roofdier.
De prangendste vraag is natuurlijk: was Lucy mens of aap? Lucy lijkt na reconstructie van de botten op een chimpansee. Haar kaak was vooruitstekend en vrij robuust, net als die van gorilla’s . Maar ze heeft het bekken en de scheenbenen van een rechtoplopend dier, net als een mens dat heeft, constateren onderzoekers, onder wie Johanson.
De lengteverhouding van haar armen en benen zit tussen die van een chimpansee en een mens in. Haar hersenen zijn vrij klein. De wetenschappers plaatsen Lucy aanvankelijk op de menselijk stamboom tussen chimpansee en mens in.
Tweebenig
Het is een regelrechte sensatie wanneer de Amerikaanse paleoantropoloog Mary Leakey in 1978 in de archeologische vindplaats Laetoli in Tanzania voetafdrukken in vulkanische as aantreft, met een gebogen middenvoet, net als bij een mens. De zogeheten Laetoli Footprints worden toegeschreven aan familieleden van Lucy, de zogeheten Australopithecus afarensis , omdat die soort daar ook is gevonden. Bovendien ontdekt Johanson in 2011 een gebogen middenvoetsbeentje bij fossielen van Lucy’s soortgenoten. Hij concludeert daaruit dat de soort rechtop heeft gelopen, net als een mens. „Een gamechanger”, jubelt Richard Potts van het Smithsonian Museum (VS).
Een nieuwe hype is in de maak. De voetsporen worden gedateerd op 3,66 miljoen jaar geleden. Deze vondst is het bewijs dat Lucy tweebenig moest zijn geweest. Levensechte tekeningen en driedimensionale reconstructies van Lucy met mensenvoeten in musea ondersteunen de bewering.
Er is echter een probleem: het bewuste middenvoetsbeentje dat Johanson aandraagt, is niet onomstreden. Twee andere Amerikaanse wetenschappers stellen in Scientific American dat de voet van Lucy is gereconstrueerd met een voetwortelbeentje van een Homo habilis, een betwiste soort mensachtige die 1,8 miljoen jaar geleden zou hebben geleefd. Uit metingen blijkt dat de voetwortelbeentjes van Homo habilis weinig verschillen met die van de moderne mens. Feit is dat de Laetoli Footprints in vorm, grootte en manier van lopen niet zijn te onderscheiden van voetafdrukken van hedendaagse mensen die op blote voeten lopen.
En er speelt nog meer. De sporen zijn op meer dan 1500 kilometer van de vindplaats van Lucy aangetroffen. Ook ontbreken de voetbotten van Lucy. Bovendien zijn de sporen 500.000 jaar ouder gedateerd dan Lucy’s botten. Hoe kunnen ze dan als bewijs dienen dat Lucy rechtop heeft gelopen, vragen bioloog Christopher Rupe en John Sanford, hoogleraar genetica aan Cornell University (VS), zich af in hun boek ”Contested bones” (2017).
Dogma
Het verbaast hen dat Lucy’s rechtopgaande gang desondanks een wetenschappelijk dogma is geworden en deel uitmaakt van het evolutieonderwijs op de scholen. Het tastbare fossiele bewijs levert immers heel andere resultaten op. Sinds de vondst van Lucy in 1974 zijn in Afrika ruim 400 botten en botfragmenten gevonden van Lucy’s soortgenoten. „Wanneer met de gedeeltelijk bekende botten de voet van afarensis wordt gereconstrueerd gebaseerd op hun eigen anatomie, leidt dat allerminst tot een mensachtige voet”, constateren Rupe en Sanford.
De voetbotjes van andere Australopithecus afarensis (zoals Lucy) lijken meer op die van de platvoetige apen, met een uitstaande grote teen of duim. De voeten en handen zijn vooral geschikt voor het grijpen van boomtakken en het leven in de bomen . De heup van Lucy maakt langdurig rechtoplopen niet eens mogelijk.
Duidelijk is wel dat Lucy niet lang kon wandelen op twee benen, geen menselijk postuur en geen menselijke manier van lopen had en dat ze de Laetoli-voetafdrukken ook niet heeft kunnen maken, concluderen Rupe en Sanford. Exact het tegenovergestelde van de beweringen van Donald Johanson. Nader onderzoek wijst uit dat Lucy’s gewrichten typisch zijn voor knokkellopers , zoals de chimpansee en de gorilla. Lucy moet dus op vier poten hebben gelopen.
Lucy heeft waarschijnlijk gelopen als een orang-oetan , stellen sommige wetenschappers. Charles Oxnard, hoogleraar menselijke anatomie aan de Universiteit van West-Australië, stelt op basis van multivariate 3D-computeranalyse dat Lucy’s soort een unieke, ”rollende” voortbeweging had.
Geen voorouder
Verschillende vakwetenschappers, onder wie de gerenommeerde paleoexpert Richard Leakey, beschouwen Lucy’s soort helemaal niet meer als een voorouder van de mens. Zo wijzen de lichaamsgrootte en de afmetingen van de ledematen erop dat Lucy een soort mensaap is geweest. Ze heeft de schedel, het gezicht en de kaak van een aap. Ze heeft de schouderbladen , ribbenkast, ruggenwervel, heup, handen en voeten en het kniegewricht van een aap. Kortom, Lucy en de andere australopithecines waren apen.
Maar welke soort? Charles Oxnard stelt in zijn boek ”Fossils, Teeth and Sex” dat het skelet zoveel verschilt van andere Afrikaanse apen en van mensen dat het gerechtvaardigd is om de zogeheten australopithecines een „unieke soort” te noemen. Uit later onderzoek van Oxnards team blijkt dat mensapen, australopithecines (zoals Lucy) en mensen in geen geval mooi op een afstammingslijn zijn te plaatsen: Australopithecus afarensis is een unieke uitgestorven mensapensoort .
Wanneer de apensoort heeft geleefd, is eveneens onderwerp van discussie. Rupe en Sanford wijzen erop dat nakomelingen niet kunnen leven voor hun voorouders, en dat vondsten erop wijzen dat verschillende soorten die van elkaar zouden afstammen gelijktijdig naast elkaar hebben geleefd. Zo zijn er aantoonbaar menselijke gereedschappen (artifacten) en botten aangetroffen in dezelfde aardlaag en op dezelfde vindplaats als de botten van hun vermeende aapachtige voorouders. Daarop wijst ook artifactendeskundige Michael Brandt, een Duitse arts, in zijn boek Vergessene Archäologie (2011). In Laetoli, bij de beroemde voetafdrukken, zijn bijvoorbeeld menselijke botten gevonden van naar verluidt 4 miljoen jaar oud.
Genegeerd
Momenteel nemen de meeste paleoantropologen aan dat de mens en de Australopithecus afarensis __ ergens een gemeenschappelijke voorouder delen. Wat dat is geweest, is onbekend. Wel blijkt uit tal van opgravingen dat aapachtigen en mensen gelijktijdig moeten hebben geleefd, constateren Rupe en Sanford. Een afstammings- of familielijn is niet vast te stellen, hoezeer wetenschappers die een evolutiedenkbeeld aanhangen dat ook proberen. En daarbij schuwen ze niet de feiten naar hun hand te zetten, bemerken Rupe en Sanford. „Helaas worden menselijke overblijfselen die te vroeg in de aardgeschiedenis opduiken, door hen geregeld ingedeeld bij de aapachtigen, of genegeerd.”