Nederland smeedt in Glasgow coalitie voor schone trucks en bussen
Alle nieuwe vrachtwagens en bussen die vanaf 2040 worden verkocht, moeten op schone energie rijden. Die ambitie spreken zeker dertien landen uit op de klimaattop in Glasgow. De verklaring waar het doel in staat is een initiatief van Nederland. Ook diverse bedrijven en steden spreken hun steun uit.
„Omdat vrachtwagens gemiddeld zo’n tien jaar rondrijden, is de overeenkomst een mooie stap om de uitstoot van broeikasgassen door vrachtwagens en bussen wereldwijd naar nul te krijgen in 2050”, vindt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Staatssecretaris Steven van Weyenberg, die deze dagen in Glasgow is, noemt de overeenkomst „een mooi begin”. Hij hoopt dat meer landen zich nog zullen aansluiten.
De landen die meteen met Nederland meedoen zijn het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk, Turkije, Nieuw-Zeeland, Luxemburg, Finland, Canada, Chili, Zwitserland en Uruguay. Ook bedrijven als Unilever, IKEA, Volvo, Scania, UPS, Amazon en Siemens hebben zich aangesloten. Verder hebben Schotland en Wales ook nog zelfstandig hun steun uitgesproken, net als New York, Delhi en het stedennetwerk C40, waar onder meer Amsterdam en Rotterdam lid van zijn.
De doelstelling is in lijn met afspraken uit het Nederlandse klimaatakkoord. Daarin staat het streven naar volledig schoon wegverkeer in 2050. „Het is belangrijk om daar samen met andere landen voor te gaan, zodat de markt zich sneller gaat ontwikkelen”, zegt Van Weyenberg. Zijn ministerie wijst erop dat Nederlandse bedrijven „goed zijn in de bouw van uitstootvrije bussen en vrachtwagens”.
Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan bedrijven als Ebusco en VDL. Beide Brabantse bedrijven hebben al tal van steden in binnen- en buitenland voorzien van elektrische bussen. De verklaring brengt voor Nederland dus niet echt nieuwe verplichtingen mee, maar kan wel gunstig uitpakken voor het eigen bedrijfsleven.
Verduurzaming van het zwaar vervoer was enkele jaren geleden ingewikkelder dan nu, omdat de techniek nog niet volwassen was. Inmiddels hebben tal van vrachtwagenbouwers modellen ontwikkeld die op elektriciteit of waterstof rijden.
„De uitstoot van de transportsector wereldwijd is niet in lijn met de Parijsdoelen”, verwijst het ministerie naar de klimaatdoelen die in 2015 werden afgesproken. „Zwaar verkeer zorgt voor ruim een derde van de CO2-uitstoot en zo’n 70 procent van de stikstofuitstoot van al het wegverkeer wereldwijd en produceert veel schadelijke gassen die mensen direct inademen.”
Reden genoeg dus te vergroenen, vindt Van Weyenberg. Dat is echter nog wel duur. „Veel transportondernemers hikken tegen de prijs aan en veel producenten aarzelen nog om massaal schone vrachtwagens te gaan maken”, erkennen ze in Den Haag. Daarom wordt gewerkt aan een nieuwe subsidieregeling voor de aanschaf van schone vrachtwagens. Voor de aankoop van uitstootvrije bestelbussen bestaat al een subsidie.
Directeur Natuur & Milieu Marjolein Demmers vindt het bericht goed nieuws. Volgens haar betekent het dat er een einde komt aan het tijdperk van de zware vervuilende vrachtwagens op onze wegen. „Dit plan geeft een duidelijk toekomstbeeld aan iedereen in de transportsector: de toekomst zit in zero-emissie, batterij-elektrisch en waterstof, en níet in wagens met verbrandingsmotoren. Geen biobrandstoffen of e-fuels in de tank, daar zijn deze landen heel duidelijk over.” Toch heeft Demmers nog wel een puntje van kritiek. „De ambitie is nu gericht op 2040, wij vinden dat je daar 2035 van moeten maken. Dan zorg je voor een echte versnelling van de verduurzaming van het wegtransport. Die versnelling hebben we keihard nodig, want de klimaatdoelen van Parijs zijn nog lang niet in zicht. Het zorgt er bovendien voor dat je de technologische ontwikkelingen aanjaagt, die nodig zijn om schone vrachtwagens en bussen te produceren en van elektriciteit te voorzien.”