In vergelijking met een jaar eerder zijn er al negen aanrijdingen meer met de wagens. In 2020 telde Rijkswaterstaat 22 van deze botsingen met voertuigen die een rijstrook afzetten in verband met wegwerkzaamheden of ongelukken. In 2019 lag het aantal nog net iets lager en kwam het totaal uit op 21 incidenten. Een verklaring voor het hoge aantal aanrijdingen dit jaar is volgens de woordvoerder de coronatijd. Doordat het rustiger is op de weg heeft Rijkswaterstaat werkzaamheden naar voren gehaald, waardoor er meer van dit soort signaleringswagens rijden en de kans op een aanrijding dus groter is.

Onoplettendheid en afgeleid zijn tijdens het rijden zijn redenen waardoor weggebruikers de wagens niet op tijd opmerken. „Die rijd je niet zomaar aan, ze zijn enorm verlicht en zowel ’s nachts als overdag goed zichtbaar”, merkt de woordvoerder op. Voor zover Rijkswaterstaat weet, hebben de aanrijdingen met weginspecteurs dit jaar „gelukkig niet tot dodelijke incidenten geleid”. Ook (zwaar) letsel zijn zowel de chauffeurs als werknemers van Rijkswaterstaat bespaard gebleven, zegt de woordvoerder. „Maar de impact bij onze collega’s is groot. Ze zeggen vaak dat er een engeltje op hun schouder heeft gezeten.”

Demissionair minister Barbara Visser (Infrastructuur) vindt het hoge aantal botsingen „bizar”. Volgens haar begint het bij gedrag van mensen en moet men niet meer proberen „nog even snel” langs een pijlwagen te rijden. „Dat ding staat er niet voor niets.” De minister gaat onderzoeken of de boetes hoog genoeg zijn en of de pakkans van overtreders omhoog kan.

In totaal zijn er tot 1 oktober 4519 boetes uitgedeeld voor het negeren van een rood kruis, dat is inclusief de rode kruizen die boven de weg op matrixborden zijn aangegeven. In heel 2020 werden daarvoor 4923 boetes uitgereikt. Een boete komt een bestuurder op minimaal 240 euro te staan en valt onder het strafrecht.