„Onderwijs moet godsdienstneutraal”
„Godsdienst is een privé-zaak en dient niet door de overheid bevorderd te worden.” Applaus vervult de zaal met VVD-bestuurders. Een partijgenoot die het tegendeel beweert, wordt bijna weggehoond. Vrijwel onweersproken haalt de discussiestelling het einde: „Alleen godsdienstneutraal onderwijs moet nog uit de staatskas worden bekostigd.”
Terwijl in de grote zaal de liberale fracties uit Tweede Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement verantwoording afleggen aan de algemene vergadering van de VVD, discussiëren ongeveer 25 partijleden in de foyer van congreshotel Leeuwenhorst over de vrijheid van onderwijs. Vooral gemeentebestuurders blijken geïnteresseerd in het onderwerp. Ook staatssecretaris Rutte van Onderwijs laat zijn gezicht zien.
Aanvankelijk was de bedoeling van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, dat kamerlid Hirsi Ali zou spreken. Om veiligheidsredenen kon zij echter niet naar Noordwijkerhout komen. Een volgens de voorzitter vergelijkbaar standpunt wordt uitgedragen door medewerkster Sabine Bierens. „Onderwijs binnen een afgesloten zuil draagt niet bij aan een goede voorbereiding op het zelfstandig staan in de samenleving.”
Mevrouw Bierens is zo fair te vertellen dat de VVD vanouds twee richtingen kent. De ene benadrukt de vrijheid van het individu ten opzichte van de overheid en laat ouders graag zelf bepalen hoe en door wie zij hun kinderen laten opvoeden. Volgens Bierens past deze opvatting overigens beter bij het CDA-denken over ”soevereiniteit in eigen kring”. „Liberalen moeten niet op de barricaden voor gelijkberechtiging van bijzondere scholen”, meent zij.
Zelf bekent ze zich duidelijk tot de tweede stroming. Die koestert een „positieve vrijheidsopvatting.” De overheid dient individuele burgers in staat te stellen zich op een goede manier te ontplooien. Soms moet daarbij het belang van het kind prevaleren boven de wens van de ouders. In het belang van het kind is „godsdienstneutraal onderwijs.” In een vak ”godsdienst en humanistiek” zouden alle religies gelijkwaardig aan de orde moeten komen.
Na Bierens is het woord aan een vertegenwoordiger van de eerste stroming. Persoon in kwestie is prof. dr. S. Dijkstra, emeritus hoogleraar onderwijskunde aan de universiteit Twente en nog even lid van de interne partijcommissie onderwijs. Een jaar geleden verzette hij zich samen met oud-staatssecretaris mevrouw Ginjaar al tegen de opvattingen van kamerlid Hirsi Ali, toen die een tegen islamitische scholen gerichte motie had ingediend.
Dijkstra wijst erop dat de gelijkberechtiging van bijzondere scholen door liberalen vaak ten onrechte wordt aangemerkt als iets dat ze in de maag is gesplitst als gevolge van een politieke deal uit 1917, de zogeheten pacificatie. De toenmalige liberale premier Cort van der Linden was er juist principieel voorstander van. Zijn doelstelling was destijds het verwerkelijken van „de vrijheid van ouders hun kinderen op te voeden in eigen scholen.”
Dijkstra mag dan in navolging van Cort van der Linden het „monopolie van de neutraliteit” bestrijden, zijn betoog wordt met één brede armzwaai weggevaagd door een andere emeritus hoogleraar onderwijskunde. Prof. dr. N. L. Dodde, van de Erasmus Universiteit, verkondigt met veel charisma dat alle bijzondere én openbare scholen in één klap opgeheven moeten worden. In plaats daarvan moet één algemene, nationale school komen.
Dat zou meteen zo’n 10 procent van de rijksbegroting schelen, stelt Dodde. Het ongedaan maken van een „historische vergissing” levert dus veel geld op. Niemand hoeft eronder te lijden. Ouders kiezen toch niet meer op grond van identiteit voor een school, zoals kerkelijke autoriteiten ze ooit opdrongen. Ze kijken hooguit naar sfeer. Veel belangrijker is of de school „om de hoek” is. „Weg ermee”, zegt Dodde over de bekostiging van bijzondere scholen.
Hij oogst instemmend geknik, uitingen van enthousiasme, applaus. Ook van staatssecretaris Rutte. Dijkstra daarentegen krijgt te maken met fors verzet. Dat hij wijst op een stevige toename van de belangstelling voor rooms-katholieke scholen in zijn woonplaats Nijmegen baat niet. Partijgenoten komen met verhalen over scholen die praktisch niets doen met hun identiteit. „Doodzonde al dat geld uit te geven aan verzuiling”, meent iemand.
Kamerlid Cornielje, liberaal van het Cort van der Linden-stempel, komt te laat binnen om de eendracht nog te doorbreken. De lijn van Dodde en Bierens zegeviert. Na afloop wil Dodde wel erkennen dat „hooguit 5 procent” van de ouders heel bewust identiteitsgebonden onderwijs kiest. „Reformatorische scholen? Ik was met studenten op de Guido de Brès in Rotterdam. Dat waren helemaal geen gereformeerden. Gewoon kinderen van ouders die een strenge school wilden.”
Nee, Dodde is niet bereid uitzonderingen te maken. „Dat scheppingsverhaal kunt u toch ook thuis wel aan uw kinderen vertellen? Of u stuurt ze naar de jeugdvereniging.”
Is daar dan geen ruimte voor op Doddes algemene nationale school? „Natuurlijk niet. De wetenschap heeft allang bewezen dat daar niets van klopt.”