In de Oosterschelde worden zandplaten regelmatig opgehoogd. De zandplaten en slikken groeien niet meer vanzelf aan omdat de stroming in de Oosterschelde sterk is afgenomen door het bouwen van de Oosterscheldekering. Deze zogenoemde zandhonger is zeer nadelig voor het leven in en op het water.

Het was de bedoeling dat Het Verdronken Land van Zuid-Beveland opgehoogd zou worden met bagger die vrijkomt bij het dieper maken van de Zandgeulkreek. Het zou voor het eerst zijn dat baggersediment daarvoor zou worden gebruikt. Na eerder onderzoek leek de ondergrond van de slikken stevig genoeg voor het benodigde materieel, maar dat viel in de praktijk tegen. Het uitbaggeren van de kreek gaat wel door. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten zoeken nu andere manieren om de natuurwaarden in Het Verdronken Land te versterken.