„Walvissen en dolfijnen vinden hun weg met behulp van sonar. Dat komt dan ergens tegenaan, zoals de waterkering, en dan vinden ze het spannend om erdoor te zwemmen. Op open zee hoeven ze nergens door te zwemmen, dus we weten dat ze dat niet snel zullen doen”, legt lid van het reddingsteam en woordvoerder Annemarie van den Berg van SOS Dolfijn uit. Volgens Van den Berg gaat het op basis van beschrijvingen en beelden om een tuimelaar.

De Oosterschelde is „eigenlijk geen goed leefgebied voor walvisachtigen”, zegt Van den Berg. „Een paar bruinvisachtigen leven er en hebben zich aangepast, dat zijn er enkele tientallen.” De beste mogelijkheid om de tuimelaar te helpen is als het dier strandt, bijvoorbeeld door het getij op een zandbank. „Maar het nadeel is dat dit, eenmaal boven water, dat veel schade aan de organen kan opleveren door de veranderde druk.”

Zondagochtend werd het dier voor het eerst vanaf een rondvaartboot gespot, mogelijk zag een visser het zaterdag nog voor de kust bij IJmuiden zwemmen. Voorlopig lijkt het wel goed te gaan met de tuimelaar. „Het lijkt een gezond dier en de zwemactiviteit is goed.” SOS Dolfijn staat met een team klaar om het dier als nodig te helpen, maar kan „vooralsnog nu niets doen” om de dolfijn weer aan de andere kant van de waterkering in Zeeland te krijgen.