De zaak-Roossien was de tweede van drie waarover het hof zich in het hoger beroep buigt. Afgelopen vrijdag behandelde het de dood van Mirela Mos (30), wier in stukken gehakte lichaam eind 2004 in vuilniszakken werd gevonden in Amsterdam-Zuidoost. Ook in die zaak heeft W. elke betrokkenheid ontkend. Dinsdag is gereserveerd om met hem te spreken over Sabrina Oosterbeek, die in 2017 na een avondje bij hem thuis van de aardbodem verdween en nog altijd spoorloos is.

Justitie is ervan overtuigd dat W. is betrokken bij de dood van alle drie de vrouwen. De aanklaagsters noemden hem eerder „de enige link” tussen de zaken en de laatste die de drie vrouwen in leven heeft gezien. In 2019 eiste het OM twintig jaar cel en tbs met dwangverpleging tegen W. bij de rechtbank. Die legde hem voor betrokkenheid bij de dood van Mos bijna 14,5 jaar cel en tbs met dwangverpleging op. In de andere zaken werd hij vrijgesproken.

Het lichaam van Roossien werd in 2003 gevonden aan de Uitdammerdijk aan het IJmeer, boven Amsterdam. In haar lichaam is sperma van W. aangetroffen. Ook zaten bloedsporen van haar op de achterbank van de auto van Mos, bij wie eveneens sperma van W. is gevonden. Nieuw onderzoek naar de vuilniszakken waarin de lichaamsdelen van Mos zaten heeft bovendien geleid tot de vondst van DNA-materiaal van Roossien. Van W. waren daarop al eerder sporen gevonden.

W. had er geen verklaring voor: „Ik heb die zakken niet dichtgeknoopt. Het moet een overdrachtsspoor zijn. Misschien heeft die rol vuilniszakken in die auto gelegen.”

De zus van Monique Roossien zei dat de onderzoeken voor de familie bevestigen dat de juiste persoon terechtstaat. „De vrijspraak twee jaar geleden was een klap. Het is niet meer dan rechtvaardig dat de dader hier niet mee wegkomt. Wij hopen dat dit tot een veroordeling leidt. Dan kunnen we het verlies eindelijk een plek geven.”

Het OM spreekt donderdag de strafeis uit.