Terreurverdachte ziet ‘val van Iraanse spionnen’
De Iraanse terreurverdachte Eisa S. (42) ontkent dat hij aanslagen in zijn thuisland heeft voorbereid. In de rechtbank van Rotterdam zei de Delftenaar dinsdagochtend evenmin lid te zijn geweest van een terroristische organisatie, waar het Openbaar Ministerie (OM) hem van beschuldigt. „Ik wijs alle beschuldigingen van a tot z helemaal af”, zei S. die een complot ziet van de Iraanse veiligheidsdienst.
S. werd begin vorig jaar opgepakt. Volgens het OM bleek uit onderschepte chatberichten op Telegram dat hij van 2017 tot 2020 met anderen aanslagen beraamde in Iran. Daarbij zou zijn gesproken over het „maken en plaatsen van explosieven bij wacht- en controleposten en bankkantoren in Iran” en „beloningen voor het doden van commandanten of veiligheidstroepen”.
S. ontvluchtte in 2012 zijn land en sloot zich vanuit Turkije aan bij verzetsbeweging ASMLA, die streeft naar bevrijding van de provincie Ahwaz van Iran. De groepering heeft een aparte gewapende tak die in Iran meerdere aanslagen pleegde. Volgens S. hield hij zich louter bezig met „media”. Na zijn komst naar Nederland in 2014 zette S. dat voort. „Mijn werk was alleen gericht op media, ik heb niks anders gedaan.”
Ook hielden S. en zijn collega’s bij de eigen tv-zender zich bezig met het beantwoorden van berichten die kijkers stuurden naar de Whatsapp- en Telegramaccounts van ASMLA. „Dagelijks kwamen er duizenden berichten binnen.” Volgens S. zaten er geregeld berichten tussen van de Iraanse inlichtingendienst die ASMLA beschouwt als terreurgroep. „Een val om ons uit te lokken.”
Tussen al die conversaties zaten reacties vanaf de accounts van ASMLA over de „terreurplannen”. S. denkt dat dit het werk was van spionnen die in ASMLA infiltreerden, zoals de ontmaskerde nepjournalist Raghdan al-H. die eind 2017 in het bedrijfspand foto’s maakte.
De verdachte zei dat elke medewerker bij de zender vanaf het account kon reageren op binnengekomen berichten. S. ontkende zelf zulke gesprekken te hebben gevoerd. „We zijn een open instelling, er kwamen heel veel mensen naar ons toe. Het zijn allemaal infiltraties van Iran zelf in de media.”
Ook een mobiele telefoon die bij S. thuis werd gevonden met verdachte uitspraken op Telegram was volgens de Delftenaar afkomstig uit de studio.
Voor het proces zijn drie dagen uitgetrokken.