Gezondheidsraad: geef zwangere vrouw griepprik
Zwangere vrouwen zouden de kans moeten krijgen om zich te laten vaccineren tegen griep. Pasgeboren kinderen kunnen namelijk ernstig ziek worden van de griep. Dat risico kan worden beperkt door de moeder te vaccineren. De Gezondheidsraad adviseert om deze groep vrouwen toe te voegen aan het jaarlijkse Nationaal Programma Grieppreventie (NPG).
De zwangere vrouwen zouden de prik moeten krijgen wanneer ze 22 weken of langer in verwachting zijn ten tijde van de jaarlijkse vaccinatieronde. Als vrouwen voor die termijn een prik krijgen, zouden ze minder antistoffen overbrengen op het kindje. Bovendien zou het kind dan pas na de griepperiode geboren worden, waardoor de prik niet veel nut heeft.
Ook mensen met morbide obesitas, mensen met dementie en mensen met implanteerbare gehoorapparaten zouden jaarlijks de griepprik aangeboden moeten krijgen, omdat zij meer risico lopen bij een griepbesmetting. Mensen met zulk overgewicht lopen meer risico door de griep te overlijden of op een intensive care te belanden. Bij mensen met zogeheten cochleaire implantaten kan de griep leiden tot een acute middenoorontsteking en een hersenvliesontsteking. Dementie is ook een risicofactor voor overlijden aan griep.
Mensen met een verstandelijke beperking die niet in een zorginstelling wonen, zouden ook in aanmerking moeten komen voor de griepprik, vindt de Gezondheidsraad. Zij kunnen nu nog geen prik halen, terwijl mensen met een verstandelijke beperking in een zorginstelling dat wel kunnen.
Daarnaast zouden huisartsen de mogelijkheid moeten krijgen om gezinsleden en huisgenoten van mensen die een groot risico lopen, ook uit te nodigen voor de griepprik.
Mensen die door een coronabesmetting ernstige schade aan hun longen hebben opgelopen, moeten ook de jaarlijkse griepprik kunnen krijgen, vindt de raad. Het is namelijk „aannemelijk” dat zij door de schade aan hun longen ook „aanzienlijke ziektelast” kunnen oplopen bij een griepbesmetting.
Het is volgens de raad niet nodig om gezonde kinderen van 6 maanden tot 18 jaar te vaccineren tegen de griep. Het is ook niet nodig om de leeftijdsgrens voor gezonde ouderen te veranderen. Die kan op 60 jaar blijven staan, en er hoeft geen maximale leeftijd te komen.
De meeste mensen krijgen hun griepprik tussen half oktober en eind november. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft dit jaar honderdduizenden griepvaccins meer ingekocht dan vorig jaar.