Druk? Efficiënter werken is niet per se de oplossing
Vrijdagavond: even geen vergaderingen meer, en tijd om de benen op tafel te leggen. Maar wie na 5 dagen voldaan terugkijkt, heeft misschien helemaal geen reden om tevreden te zijn.
Wat vinden archeologen als ze ooit onderzoek doen naar de millenniumgeneratie in de westelijke wereld? Weinig waarschijnlijk. Het leven anno Domini 2021 speelt zich immers voor een groot deel online af. Van documenten en paperassen zullen archeologen het dus niet moeten hebben. Mogelijk bieden de restanten van technologische hulpstukken hun echter aanknopingspunten: halfvergane schermpjes aan aangevreten rubberen polsbandjes en doorknaagde displays van vloeibare kristallen met verroeste printplaten kunnen een aardig beeld schetsen van hoe de generaties X, Y en Z leefden.
Er is weinig fantasie voor nodig om hen met terugwerkende kracht te typeren als aardgerichte wereldburgers die zich door het leven loodsten met ”devices” en ”wearables” en van dag naar dag leefden met ”nudges” en ”notificaties”.
Wie weet zal aanvullend onderzoek zelfs aan het licht brengen hoe velen –van millennials tot Gen A’ers– bezweken aan een overdosis stress of bloeddrukklachten. Wetenschappers zouden al die verschillende groeperingen mogelijk samenvatten met één containerbegrip: generatie druk. Want van alle begrippen waarmee we onze tijd kunnen typeren is ”druk” toch wel de spijker op zijn kop.
Geest in de fles
Vraag iemand in je omgeving hoe het met hem of haar gaat en je krijgt al snel te horen hoe druk de ander is. Het is een dooddoener, die een echt gesprek al snel doet stranden. Iedereen is immers druk – al was het maar voor zijn of haar gevoel. Vragen naar de oorzaak ervan kan zomaar een hele klaagzang of opsomming op gang brengen. Daar zit je met je eigen beslommeringen vaak helemaal niet op te wachten.
Toch is ”druk” vóór alles een manier van leven. Bezoek eens een ander werelddeel en je ontdekt al snel dat burgers zich daar om minder –óf om veel belangrijker zaken– druk maken. Dat mensen in het Westen druk ervaren, komt vooral doordat multitasken al jarenlang als norm wordt gepreekt. En doordat we ons constant openstellen voor allerlei vormen van afleiding. Wie die kan beteugelen, heeft de geest al weer half in de fles.
Dat is dan ook wat Björn Deusings beoogt met zijn boek ”Elke dag om 15.00 uur klaar”. Met theorie, praktische tips en inzichten probeert de directeur van tijdwinst.com –aanbieder van tijdmanagementcursussen– de lezer zo ver te krijgen dat ze niet langer drúk zijn, maar productief.
Een geïnteresseerde lezer zou met de juiste ingrepen zijn werkdag veel efficiënter kunnen indelen, en dus nog voor de middagdip de deur van de zaak achter zich dicht kunnen trekken. Daarvoor moet je echter wel jezelf opvoeden. En dat is misschien wel de grootste moeilijkheid.
Praktische stappen
Maar hoe moeilijk kan het zijn om minder druk te worden? Wie wil, moet vooral gewoon stappen zetten. Dat betekent: alles noteren, zodat je de drukte uit je hoofd haalt; prikkels (zoals meldingen en omgevingsgeluiden) uitsluiten, zodat je je kunt concentreren; en tijdstippen blokkeren in je agenda, zodat je op bepaalde momenten gericht kunt werken.
Wie veel met collega’s werkt, moet bovendien duidelijke afspraken maken over hoe en wanneer er wordt gecommuniceerd: daarmee weet iedereen wat hij aan de ander heeft. En acties worden overzichtelijk door ze zo klein mogelijk te maken. Want wie een kei in een kiezel kan veranderen, creëert ruimte en vermindert de last in z’n hoofd.
Met al die tips is Deusings heel praktisch; al is een term als ”hands-on” natuurlijk meer van deze tijd. Elke drukdoener (m/v) kan dus zeker zijn voordeel doen, óók –of misschien juist– wel in functies waarin men het aan zijn of haar functieniveau verplicht is om tot tegen het avondeten op kantoor te blijven ronddolen.
Nieuw is het praktische pleidooi om vooral productiever te zijn en meer rust te creëren echter niet. Tal van managementgoeroes schreven in de achterliggende jaren boeken die westerlingen moeten verlossen van hun grootste kwelgeest. De praktijk laat zien dat die tot nu toe te weinig uitrichtten: het drukteprobleem verdween evenmin als de vraag naar drukverlichting.
Productiviteitsapologetiek
Daar zijn genoeg redenen voor te noemen. Neem de constante stroom prikkels en amusement –simpelweg een kwestie van vraag en aanbod– en het gebrek aan urgentiebesef rond onze tijdsbesteding.
Maar tegelijkertijd is al die productiviteitsapologetiek ook onderdeel van het probleem. De drive om productiever, efficiënter en effectiever te zijn, kan immers wel ons takenpakket comprimeren –om het eens in zakentermen te zeggen– maar vermindert het niet per se.
Hoe heerlijk het ook is om de tijdverspilling uit je dag te halen en aan het einde van de werkdag nog een stukje middag over te houden, daarmee verdwijnt niet de onrust uit ons leven. Die paar extra uren in de middag vullen zich immers heel gemakkelijk op met nieuwe activiteiten, zoals een bestuurlijke activiteit of vrijwilligerstaak die anders ’s avonds op de agenda zou staan. Waarmee het leven alleen maar efficiënter wordt – en daarmee alles in zich heeft om drukker te worden dan ooit.
Meer rust bereik je dus niet per se door productiever te worden. Wél door bewuster te leven. Rust kweek je vooral door het een te doen en het ander te laten. Efficiënt plannen en prikkels elimineren kunnen daarbij helpen. Minder spammen overdag dus, en daarna gewoon een kruis in de agenda voor een moment van ontspanning en bezinning. Of dat nu om drie uur ’s middags, tien uur ’s morgens of bij het vallen van de avond is.