Eerder erkende Verdonk het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) al als officiële gesprekspartner, op voorwaarde dat dat orgaan, waar vooral soennitische moslims bij zijn aangesloten, zich openstelt voor andere stromingen. Die worden vooral vertegenwoordigd door de CGI.

De minister vindt nog steeds dat CMO en CGI nauwer moeten samenwerken, maar is ondertussen bereid beide dezelfde status te geven.

De CGI vertegenwoordigt vooral Alawieten, Ahmadiyya–moslims, sji’ieten en progressieve soennieten. Volgens voorzitter Khan gaat het om 30 tot 40 procent van de moslims in Nederland. Het CMO zegt te spreken namens 350 van de 450 moskeeën in Nederland.

Het botert niet al te best tussen de twee organisaties. Volgens Khan staat het CMO voor de conservatieve, orthodoxe islam. De CGI daarentegen wil imams laten inburgeren, de banden tussen moskeeën en thuislanden verbreken en moskeeën een duidelijker maatschappelijke functie geven. „Een moskee moet meer zijn dan alleen een gebedshuis", vindt hij.