OM eist 5 jaar voor misbruik Gambiaanse vrouwen
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag voor de rechtbank in Haarlem vijf jaar celstraf geëist tegen W. de W. uit Overveen. De 65–jarige man wordt verdacht van seksueel misbruik van drie vrouwen in Gambia, van wie een minderjarig was.
De W. was jarenlang beheerder van een Nederlands pension in Gambia. In die hoedanigheid zou hij de vrouwen, tussen 1994 en 2001, hebben misbruikt, aldus officier van justitie M. Oudendijk. „Hij heeft de vrouwen die afkomstig waren uit de armste lagen van de bevolking afhankelijk gemaakt, onder andere door het doen van valse trouwbeloftes. Uit de houding van de verdachte spreekt een minachting voor meisjes en vrouwen uit deze cultuur."
De W. die altijd heeft volgehouden onschuldig te zijn, zit sinds begin oktober vorig jaar in voorarrest. „Ik zou liever dood zijn als ik dit werkelijk had gedaan." Volgens hem is de hele zaak het gevolg van een wraakactie van de landeigenaar op wiens land zijn pension staat.
De zaak kwam in september 1998 aan het rollen toen bij de politie Kennemerland een brief werd bezorgd van een vrouw die schreef op jonge leeftijd seksueel te zijn misbruikt door De W. Onderzoek van politie en justitie leverde niets op. De geruchtenstroom over De W. hield echter aan. Zo waren er verschillende belastende verklaringen van Nederlandse toeristen en zakenlieden die repten van seksuele contacten tussen De W. en zeer jonge meisjes in zijn pension. Ook waren er toeristen aan wie De W. jonge meisjes aanbood. Dit was voor justitie aanleiding het onderzoek te heropenen.
Een onderzoeksteam toog naar Gambia om mensen te horen. Dit resulteerde in twee aangiftes – er lag er al een in Nederland – en zeven getuigenverklaringen. Twee van de aangeefsters trokken hun verklaring later weer in, maar de officier stelde voor de rechtbank dat ze hierbij onder druk zijn gezet, hoewel ze daar geen bewijs voor heeft. De W. vertelde dat hij de minderjarige vrouw die aangifte heeft gedaan, niet kent. Bij een doorzoeking van zijn woning vond de politie echter wel haar telefoonnummer en foto’s van het slachtoffer.
B. van der Goen, de advocaat van De W., meent dat de rechtbank het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk moet verklaren. Het onderzoek door het OM is ondeugdelijk geweest en de rechtbank is misleid, zo stelde hij. Als de rechtbank dat oordeel niet deelt, kan de conclusie volgens Van der Goen niet anders zijn dan vrijspraak. „Het laatste bezoek van het OM aan Gambia heeft geen spat bewijs tegen De W. opgeleverd. Twee kroongetuigen zijn afgehaakt en hebben hun verklaringen ingetrokken." Die kunnen volgens de raadsman dan ook niet meer als bewijsmiddel worden beschouwd.
Verder betoogde hij dat het getuigenverhoor dat is afgenomen van het minderjarige slachtoffer slecht is uitgevoerd en te kwalificeren is als „volkomen onbetrouwbaar". De overige verklaringen hebben volgens Van der Goen het niveau van roddel en achterklap. Hij vroeg de rechtbank zijn cliënt onmiddellijk in vrijheid te stellen, maar de rechtbank wees dit verzoek af en doet op 7 december uitspraak.