Galicië wil van zijn vele spookdorpen af
Over de juiste spelling van de plaatsnaam heerst onenigheid en Google Maps verwart de ligging ervan met die van het gehucht. Het leven in Acevido is niet gemakkelijk. Maar er wordt tenminste nog gelééfd. En dat is in deze streken al heel wat.
Een vluchtige blik op de pagina’s van La Región, de streekkrant voor de Noordwest-Spaanse provincie Ourense, maakt veel duidelijk. Pakweg de helft van de adverterende bedrijven zijn begrafenisondernemingen. In de talloze gehuchten van deze Galicische provincie verloopt het leven traag. De tijd lijkt in deze sterk vergrijsde streken stil te staan. Maar de klok tikt onverbiddelijk door, wat hier vooral wil zeggen: er zijn steeds minder inwoners.
Neem Acevido, een gehucht in Ourense, waarvan de naam op sommige richtingborden gespeld wordt als Acibido. Vorig jaar telde het tien inwoners, dit jaar negen. De pandemie heeft ook hier haar tol geëist. En bijna was er een tweede sterfgeval, niet door het virus maar als gevolg van een hersenbloeding. Gelukkig haalde señor Gabino het nog net, zodat het inwonertal niet met twintig maar met tien procent afnam.
Maar per saldo had het virus een positief effect op het inwonertal van Acevido. Weliswaar tijdelijk, maar toch. Mensen die op jonge leeftijd naar de grote stad waren verhuisd omdat daar werk was, keerden –inmiddels gepensioneerd– terug naar hun familiewoning in het dorp om de hoge besmettingscijfers in de stad te ontvluchten.
Dat was het geval bij Maruja en Abel. Normaal gaan ze alleen in de zomermaanden naar Acevido, nu verblijven ze er al anderhalf jaar onafgebroken. Maar nu ze zijn ingeënt en het besmettingsgevaar voor een belangrijk deel is geweken, keren ze binnenkort terug naar Barcelona. In de gehuchten Casdelope –dat om onduidelijke reden in Google Maps verwisseld is met Acevido–, in Outeiro en in Ribadas kun je soortgelijke gevallen aantreffen.
Galicië, de regio waar de provincie Ourense deel van uitmaakt, is koploper in de ontvolking van het Spaanse platteland. In bijna tweeduizend plattelandskernen woont niemand meer. En het gaat steeds harder. De voorbije tien jaar is het aantal spookdorpen met een derde toegenomen. Elke week sterft er een dorp uit. Bijna 10.000 dorpskernen hebben minder dan tien inwoners, in ruim duizend gehuchten woont nog maar één iemand, of mogelijk twee.
Niemand weet hoe het tij te keren. Ontvolking is een proces dat zichzelf versterkt: minder inwoners, minder dienstverlening, meer stimulansen om te vertrekken, de bejaarden blijven achter en de geboortecijfers duikelen omlaag.
De Galicische regioregering bereidt een plan voor om de huizen in de lege dorpen op de markt te brengen. Het gaat om een platform waarop gemeentebesturen hun verlaten plattelandskernen kunnen registreren en waarop huiseigenaren in de spookdorpen hun woningen te huur of te koop kunnen aanbieden. Via particuliere websites gaan ook complete gehuchten over de toonbank. Voor minder dan 100.000 euro kun je zo’n leegstaand dorpje aanschaffen. Misschien een leuke investering voor liefhebbers van natuur en rust, maar geen oplossing voor de ontvolking.