Een paar maanden geleden bood hij minister Remkes van Binnenlandse Zaken wegens de terreurdreiging de diensten van de particuliere beveiligingsorganisaties aan. „Wij zouden heel goed ogen en oren voor politie en andere overheidsdiensten kunnen zijn om terreurdreiging in de gaten te houden”, meent hij. „We hebben echter nooit antwoord op dit aanbod van de minister gehad.”

„Het is jammer dat er met zo veel mogelijkheden die onze sector op het gebied van beveiliging heeft, zo weinig wordt gedaan”, constateert Van Hassel. „We praten over een sector van 28.000 mensen. Die kunnen heel wat betekenen.”

De voorzitter van de VPB wijst er onder meer op dat de particuliere beveiliging 1000 surveillanceauto’s per nacht in Nederland heeft rijden, de politie 250. Die capaciteit zou de Nederlandse overheid toch moeten benutten, meent hij. „De politiek maakt geen keuzes. Dat is jammer en eigenlijk ongelofelijk.”

Van Hassel zegt niet op een megaorder van de overheid uit te zijn. Volgens hem zouden met een paar simpele aanpassingen de mensen in de beveiligingssector zich tijdens hun werkzaamheden ook nuttig kunnen maken voor het waken voor terreurdreiging. „De mensen zijn toch al aan het werk. Als ze iets bijzonders waarnemen, zouden ze dat bijvoorbeeld naar een speciaal nummer moeten kunnen doorbellen. Een andere optie is het koppelen van meldkamers van ons en van de politie. Eveneens is het eenvoudig om onze mensen te vragen om in bepaalde omstandigheden op bepaalde zaken te letten.”

Tot nu toe is er nog niets georganiseerd en gestructureerd op dit gebied. „Onbegrijpelijk”, benadrukt Van Hassel.

Nationaal coördinator terrorismebestrijding T. Joustra gaf maandag op de bijeenkomst van de VPB toe dat de overheid het terreurprobleem niet in haar eentje kan oplossen. Hij zei het van groot belang te vinden dat de particuliere beveiligingsbranche nadrukkelijk bij de aanpak van terreurdreiging betrokken moet worden. Maar hij liet zich niet uit over de manier waarop en wanneer.