Verdachte aanslagen Poolse supermarkten ontkent betrokkenheid
Een 26-jarige Amsterdammer die een coördinerende rol zou hebben vervuld bij ten minste drie aanslagen op Poolse supermarkten vorig jaar, ontkent alle betrokkenheid. „Ik word beschuldigd van iets waar ik niets mee te maken heb”, zei Serginio S. maandag in de rechtbank in Haarlem. Daar was in zijn zaak de eerste voorbereidende zitting.
Het OM ziet S. als de man die bij twee aanslagen in Beverwijk en een in Heeswijk-Dinther afgelopen december zowel de chauffeurs aanstuurde als de mannen die de explosieven zouden hebben geplaatst. Justitie baseert zich daarbij op de vermeende reisbewegingen van S. - getraceerd aan de hand van zijn telefoon - en op verklaringen van een chauffeur. Die heeft toegegeven „ritjes” te hebben gemaakt, maar claimt dat hij niet wist waarvoor.
De advocaat van S. noemde de aanwijzingen „flinterdun”. Hij vond dat zijn cliënt onder voorwaarden op vrije voeten moet worden gesteld. „Dat een telefoon bepaalde bewegingen heeft gemaakt, betekent natuurlijk niet dat mijn cliënt die ook heeft gemaakt.” Hij noemde ook de aanslag in Lelystad in de nacht van zondag op maandag een reden S. vrij te laten. „De officier van justitie zegt dat mijn cliënt een coördinerende rol had. Maar hij zit vast en de aanslagen op Poolse supermarkten gaan gewoon door. Hij vervulde de rol niet die het OM hem toedicht.”
S. is de derde verdachte in de zaak die tot nu toe voor de rechter is verschenen. Vorige week verlengde de rechtbank het voorarrest van twee andere Amsterdammers. Een van hen, de 26-jarige Antonio N., zou chauffeur zijn geweest bij aanslagen in Beverwijk en Heeswijk-Dinther. De 20-jarige Hyron A. zou verantwoordelijk zijn geweest voor het daadwerkelijk plaatsen van explosieven in Beverwijk en Tilburg, waar in januari een aanslag was.
In het onderzoek - dat zich toespitst op vijf aanslagen bij vier supermarkten - zijn zeker vijf verdachten in beeld. Vier van hen zitten vast, een vijfde nam de wijk naar het buitenland toen zijn voorarrest werd opgeheven. De verdenkingen tegen hen zijn niet identiek, maar volgens het OM bestaat tussen alle zaken wel overlap. Volgens justitie wijst alles erop dat de aanslagen het werk zijn van een organisatie.