Veel hulporganisaties blijven vooralsnog in Afghanistan
Veel hulporganisaties blijven vooralsnog in Afghanistan na de machtsovername door de taliban, al is er veel onzeker. „We zijn nu harder nodig dan ooit.”
Een van de blijvers is het Rode Kruis. „Mensen hebben ons nog steeds nodig”, zegt persvoorlichter Rixt Albertsma. Eerder deze week verklaarde de hulporganisatie dat er in delen van Afghanistan hevig gevochten wordt, hoewel op sommige plekken het oorlogsgeweld inmiddels is bedaard. Door de onveilige situatie kan het Rode Kruis niet overal in Afghanistan haar werkzaamheden voortzetten.
De afgelopen weken zag de noodhulporganisatie het aantal gewonden door wapengeweld enorm toenemen. Zo zijn er sinds begin juni meer dan 40.000 slachtoffers behandeld.
Ook de christelijke ontwikkelingshulporganisatie World Vision blijft in Afghanistan. „We zijn nu harder nodig dan ooit. Droogte en een toename van het aantal coronapatiënten teisteren het land”, zegt woordvoerder Samuel Visser. Hoe de machtsovername door de taliban het werk van World Vision gaat beïnvloeden, durft hij nu nog niet te zeggen.
Veilig
Asuntha Charles, landendirecteur van World Vision in Afghanistan, zei woensdag tegen de Australische radiozender ABC News dat de taliban vanwege de problemen in het land hulp- en ontwikkelingsorganisaties hebben gevraagd hun werk voort te zetten. Een van de problemen die Charles noemde, was armoede. Verder zei ze zich veilig te voelen en te willen blijven om aan de zijde van de Afghanen te staan.
De beslissing van Save the Children om te blijven in Afghanistan is ingegeven door nood, zegt woordvoerder Helma Maas. „Het conflict is nu heel erg, maar speelde hiervoor al jaren. Mede daardoor is de helft van de bevolking afhankelijk van hulp van buitenaf.”
Garanties
Net als Visser van World Vision weet Maas niet hoe Save the Children haar werk in Afghanistan doorgaat onder het nieuwe bewind. De organisatie is over het algemeen vrij afhankelijk van banden en contacten met overheden, zegt de woordvoerder. „Het is dus nu afwachten welke garanties de taliban willen geven dat wij ons werk kunnen doen.”
De ZOA vertrok eerder dit jaar uit Afghanistan. Er was geen geld meer voor, zegt woordvoerder KlaasJan Baas. „Internationale donoren steunden onze werkzaamheden in Afghanistan helaas niet meer en daar zijn we financieel het meest van afhankelijk. Daardoor konden we onze werkzaamheden er niet voortzetten.” ZOA is niet weggegaan omdat de grond te heet onder de voeten werd, zegt Baas. „We zijn juist op de onveiligste plekken ter wereld. Dat we tegelijk met de internationale legermacht weggaan, laat zien dat ook in geopolitiek opzicht de draagvlak voor werkzaamheden in Afghanistan afneemt.”
Machteloos
In de beslissingsprocedure is de christelijke noodhulporganisatie niet over een nacht ijs gegaan, zegt Baas. „We hebben de beslissing om te vertrekken een jaar geleden genomen. Daardoor hebben we noodhulpprojecten kunnen afronden en waren we in staat projecten die meer tijd vroegen over te dragen aan lokale partners en werknemers.”
Opgelucht dat de ZOA weg is nu de taliban de macht hebben gegrepen, is Baas niet. „Integendeel. We vinden het vervelend om machteloos op afstand te zitten.”