ECB heeft burger best wat uit te leggen
Spaarders mopperden over de extreem lage rente; in 2014, toen reeds. Mario Draghi, destijds president van de Europese Centrale Bank (ECB), verzekerde: „Het is volstrekt onjuist om te menen dat wij geld van hen willen afpakken. Met onze ingrepen beogen we juist het tegenovergestelde. Ze zijn bedoeld om het economisch herstel te bevorderen en dan zal de rente weer stijgen.”
In soortgelijke bewoordingen reageerde hij op de zorgen dat als gevolg van zijn aanpak mogelijk kortingen op de pensioenen noodzakelijk zouden zijn. „Onze maatregelen versnellen de groei en daarvan zullen ook de fondsen profiteren.”
Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Met een spaarrekening valt nog steeds niks te verdienen, tegoeden worden door de inflatie alleen maar minder waard. En dat terwijl de burger in Nederland voor de uitbraak van corona, met in die periode volop gunstige cijfers over bedrijvigheid en banen, zeker niet het gevoel zal hebben gehad dat de gewenste opleving –waar het de ECB toch om ging– was uitgebleven.
Ook nu, na de ‘virusdip’, trekt de conjunctuur krachtig aan. Uitzicht op een omslag aan het rentefront ontbreekt echter. De monetaire bestuurders stelden vorige maand hun doelstelling bij. Mikten zij voorheen op een inflatie „beneden, maar dicht bij 2 procent”, voortaan is 2 procent de inzet, waarbij tijdelijke overschrijdingen zijn toegestaan. Het oogt een klein verschil, maar het komt erop neer dat de ECB de zeer ruime geldpolitiek langer zal voortzetten. Afbouwen ervan zit er voorlopig niet in. Waarschijnlijk ligt de rente nog jarenlang rond de nul procent. Met wel de kanttekening dat die door mondiaal de overschotten op de kapitaalmarkten, ook zonder actief handelen heel laag zou zijn.
Beleggers zijn er blij mee. Aandelenkoersen vestigen record op record. Huizenkopers op hun beurt kunnen meer lenen. Maar helpt ze dat? De overvloed aan goedkope financiering draagt immers bij tot de prijsgekte.
Vorig jaar nodigde de ECB de Europeanen uit om in het kader van de voorgenomen herijking van het richtpunt voor zijn besluiten, hun opvattingen kenbaar te maken, frustraties misschien of ongezouten kritiek. Iedereen kon op internet een enquête invullen. De ECB luistert, stond met grote letters op de website. Spaarders zullen teleurgesteld zijn over de uitkomst. Zie je wel, er verandert niks, hoor ik iemand zeggen.
Rentemaatregelen zijn ook geen onderwerp waarbij de meerderheid van de bevolking of de politiek beslist. Niet voor niets bezit ‘Frankfurt’ een onafhankelijke positie. Maar het brede publiek heeft wel recht op een goede communicatie. De centrale banken spelen vandaag de dag een hoofdrol op de financiële markten. Zij richten, als je hun besluiten en toelichtingen daarop volgt, hun aandacht vooral op die wereld. De burgers komen er in de communicatie bekaaid af.
Sinds kort treffen we op de ECB-site een puntige uiteenzetting aan: “Onze verklaring over het monetaire beleid in een oogopslag.” Dat betekent in ieder geval een stap vooruit. Maar laat de bank nog meer in contact treden met de buitenwacht. Te veel mensen begrijpen niet waarom de rente zo laag is en beschouwen de ECB als een dief van hun portemonnee. Bied de mogelijkheid om vragen te stellen en publiceer heldere antwoorden. Dat mag je van een instelling als deze, met steeds meer macht en invloed, verwachten.