F. voer met zijn speedboot tegen een opblaasbootje op, waarin een 15-jarig meisje uit het Limburgse Neer samen met haar stiefbroer zat. De jongen zag de speedboot met hoge snelheid op hen afkomen en kon tijdig uit het rubberbootje springen. Het meisje raakte door de aanvaring ernstig gewond aan haar hoofd en overleed.

Volgens het OM staat vast dat F. zeer onvoorzichtig heeft gevaren. Bovendien had hij te veel gedronken, meent justitie. B. houdt het op „twee tot drie biertjes” en zijn advocaat heeft betoogd dat niet is komen vast te staan dat de toegestane limiet is overschreden.

F. zegt de gebeurtenissen diep te betreuren, maar vindt dat hij er geen schuld aan heeft. „Natuurlijk voel ik me verantwoordelijk”, zei hij op vragen van de rechtbank. „Maar ik heb het niet expres gedaan. Het was een ongeluk.”

Het dramatische ongeval vond plaats onder de ogen van vele strandgangers. Het was een zonnige dag en druk op het strand en in het water. „Dan moet je extra voorzichtig zijn, zeker als je zo’n snelle boot hebt”, aldus de officier van justitie. Naast de werkstraf eiste hij een voorwaardelijke celstraf van twee maanden en een ontzegging van de vaarbevoegdheid voor drie jaar. Zijn advocaat heeft de rechtbank om integrale vrijspraak gevraagd.

F. had kort voor het ongeluk zijn ouders afgezet bij het strand. Vervolgens is hij weggevaren, met nog een passagier aan boord. Volgens zijn eigen verklaring deed hij dat met beheerste snelheid, maar getuigen spreken hem op dat punt tegen. Sommigen hebben gezegd dat er vol gas werd gegeven. F. bestrijdt dat.

De rechtbank doet uitspraak op 20 augustus.