Staatssecretaris Ross-van Dorp (Volksgezondheid) trekt daarnaast 3,5 miljoen euro uit voor de ontwikkeling van standaarden voor de gegevensuitwisseling in de jeugdgezondheidszorg. Bedoeling is dat die ook aan het centrale dossier wordt gekoppeld.

Operatie-Jong heeft in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid onderzocht hoe de jeugdhulpverlening kan worden gemoderniseerd. De aanbevelingen worden maandag gepresenteerd. Operatie-Jong staat onder leiding van voormalig staatssecretaris Van Eijck van Financiën.

Het is al jaren bekend dat een groot aantal organisaties hulp verleent aan jongeren zonder dat ze van elkaar weten wie wat doet. Vaak denken de instellingen van elkaar dat ze hulp leveren, terwijl dat niet het geval is.

Bedoeling is dat verloskundigen de beschermende en risicofactoren voor kinderen al in kaart brengen en daar een aantekening van maken in het elektronisch dossier. Dat dossier wordt gekoppeld aan een registratienummer dat elke jongere krijgt.

Verloskundigen zijn degenen die met aanstaande ouders in contact komen. Bovendien zien zij 95 procent van de kinderen al in de eerste levensjaren. Het dossier volgt de kinderen tot en met hun 19de jaar. Opeenvolgende hulpverleners moeten het dossier kunnen raadplegen, stelt Ross.

Volgens de voorstellen moeten vertrouwenspersonen van de diverse instellingen de bevoegdheid krijgen het centrale dossier in te zien. De huidige privacyregels hoeven daarvoor, zo zeggen betrokkenen, niet te worden aangepast. Ouders en op latere leeftijd de kinderen zelf moeten wel instemmen met de informatie-uitwisseling over de gezondheidszorg, vindt Ross. Zij bepalen wie er toegang tot die gegevens heeft. Een aantal koplopers in de jeugdgezondheidszorg (Amsterdam, Rotterdam, Vlaardingen en Den Haag) is al begonnen met de invoering van het elektronische cliëntendossier.