OM in hoger beroep in Geleense moskeezaak
Het Openbaar Ministerie tekent hoger beroep aan in de Geleense moskeezaak. Het OM is het niet eens met de vrijspraak door de rechtbank van twee verdachten in deze zaak.
De rechtbank sprak voormalig secretaris Mohammed Laarbi A. (41) van de Al Houda-moskee vrij van het financieren van terrorisme, het lidmaatschap van een terroristische organisatie en valsheid in geschrifte. Voormalig voorzitter van het moskeebestuur Stefan Z. (38) werd vrijgesproken van valsheid in geschrifte. Het OM had tegen hen respectievelijk een gevangenisstraf geëist van 34 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een gevangenisstraf van 100 dagen waarvan 21 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uur.
Volgens het OM staat de uitleg door de rechtbank van het begrip ‘financieren van terrorisme’ haaks op eerdere rechterlijke uitspraken, onder meer een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag uit 2017. „Het OM ziet de uitkomst van het hoger beroep dan ook met vertrouwen tegemoet”, laat justitie weten.
Volgens het OM had Laarbi A. als voorzitter van de stichting BabyCare tussen 2014 en 2017 steun gegeven aan Islamitische Staat. Beide verdachten zouden volgens het OM bovendien de donateurslijsten van de moskee vervalst hebben om te verdoezelen dat de moskee geld kreeg van buitenlandse staten.
BabyCare schonk onder meer babymelk en luiers aan ziekenhuizen in voormalig gebied van IS in Syrië. Ook maakte A. geld over naar een Turkse organisatie die volgens het OM IS steunde. De geschonken goederen en gelden (zo’n 100.000 euro) zouden uitsluitend naar kinderen van IS-aanhangers zijn gegaan.
De rechtbank ziet daarvoor geen enkel bewijs en sprak A. in alle opzichten vrij. Het geven van melk, luiers, dekens en water aan baby’s staat volgens de rechtbank niet gelijk aan het financieren van terrorisme, zoals het OM in het dossier van 11.000 pagina’s had gesteld.
De rechtbank haalde in zijn vonnis ook uit naar het OM. „Als door het OM meer met kennis en magistratelijke houding was gehandeld, dan hadden de verdachten, de moskee en de samenleving eerder duidelijkheid gehad door het nuanceren van de zaak”, aldus de rechtbank, die sprak van een tunnelvisie.
Het OM liet direct daarna weten deze overwegingen „verre van zich te werpen”.