Vier minuten vertraging door slaapdiensten
„Het is geen verbetering, maar een verslechtering.” Ambulanceverpleegkundige Frans Klarenbeek is helemaal niet te spreken over de invoering van slaapdiensten bij de Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Zuid. „Wij zullen ons verzetten, tot in de rechtszaal toe.”
De ambulancepost in Zaltbommel staat ingeklemd tussen een gloednieuwe brandweerkazerne en een politiebureau. Klarenbeek: „Je ziet steeds meer dat alle hulpverleners in één gebouw zitten, maar ik ben blij dat we een eigen stekkie hebben. We zitten ook nog eens dicht bij de uitvalswegen en de snelweg, dus ik ben heel tevreden over onze locatie.”
Minder tevreden is de ambulanceverpleegkundige over de plannen van zijn directie. „Zij denken door de invoering van slaapdiensten 720.000 euro te bezuinigen. Een wakende ambulancebroeder kost namelijk drie keer zo veel als een slapende. Maar ik denk dat het alleen maar een kostenexplosie met zich meebrengt.”
Klarenbeek verwacht dat het ziekteverzuim enorm zal toenemen. „Een goede nachtrust is voor het zwaarbelaste ambulancepersoneel heel belangrijk. Als je ’s nachts van een heftige rit op de post terugkomt, kun je heus niet direct weer rustig doorslapen. Je moet nog allerlei administratie invullen en natuurlijk wil je ook even samen napraten.”
Dat het napraten belangrijk is, blijkt wel uit het ambulancepersoneel dat halverwege het gesprek luidruchtig komt binnenvallen. „Sorry hoor, de spanning moet er even uit.”
In een rustiger kamertje legt Klarenbeek uit dat elke post ook helemaal verbouwd moet worden om slaapplaatsen te realiseren. „In onze regio zijn acht ambulanceposten, dus reken maar uit hoeveel dat gaat kosten.” De RAV Gelderland-Zuid heeft posten in Nijmegen, Druten, Wijchen, Tiel, Kesteren, Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel.
Ook voor de patiënten heeft de invoering van slaapdiensten gevolgen. Zij zullen ’s nachts langer moeten wachten op hulp. „Als we ’s nachts moeten uitrukken, is het meestal echt dringend. Voor ons is de norm gesteld dat we in 95 procent van de gevallen binnen een kwartier ter plaatse moeten zijn. We scoren nu 90 procent.
Door de invoering van slaapdiensten gaat dat percentage nog verder omlaag. Je hebt ’s nachts toch even tijd nodig om uit de slaapkleding in het uniform te komen. Bovendien moet je goed wakker zijn voordat je de weg op gaat. Alles bij elkaar kunnen we met slaapdiensten vier tot vijf minuten later uitrukken.”
Voor directeur Honig van de RAV Gelderland-Zuid wegen die vier minuten heel zwaar. „Bij een reanimatie kan dat het verschil tussen leven en dood zijn.” Toch kan de directeur niet onder de slaapdiensten uit. „Ik krijg van de minister een budget dat gebaseerd is op aanwezigheidsdiensten, zoals ik ze liever noem. Als ik de parate diensten zou aanhouden, zouden we een tekort van 60.000 euro per maand hebben. Dan zijn we over een halfjaar failliet.”
De directeur heeft begrip voor de aversie van zijn personeel tegen slaapdiensten. „Zo’n dienst duurt veel langer; van 16.00 uur ’s middags tot 8.00 uur de volgende dag. Veel werknemers hebben partners die ook in de zorg werken. Met zo’n lange dienst valt dat veel lastiger te combineren. Mijn gezin zou ook in de problemen komen.”
Honig vindt het onbegrijpelijk dat de vakbonden zich niets van de problematiek aantrekken. „Bij onze zuiderburen, de RAV Brabant Zuidoost, was er deze zomer al veel commotie. Onze noorderburen, de RAV Gelderland-Midden, stellen de overgang naar aanwezigheidsdiensten een halfjaar uit. Ambulancediensten van stedelijke gebieden mogen parate diensten houden, omdat het daar ’s nachts drukker is.”
Het geschil van Gelderland-Zuid is nu voorgelegd aan het Centrum voor Arbeidsverhoudingen in Den Haag, een onafhankelijke instelling voor geschilbeslechting binnen de publieke sector. Honig: „Zij kunnen een bindende uitspraak doen. Ze kunnen de zaak ook doorverwijzen naar de kantonrechter.”
Zowel Honig als Klarenbeek ziet zo’n rechtszaak als een proefproces om meer duidelijkheid te krijgen over slaapdiensten. Klarenbeek: „De Europese Commissie wil dat ze voor 100 procent worden uitbetaald, maar Nederlanders krijgen maar 30 procent. Honig: „De Europese regelgeving is inderdaad anders dan de Nederlandse. Laat de rechter maar uitmaken welke wet hier moet gelden.”