Limburg betaalt toch mee aan extra kosten Maaslijn
De provincie Limburg en het Rijk hebben een akkoord bereikt over de extra kosten voor de verbetering van de Maaslijn. Dat is de spoorweg tussen Roermond en Nijmegen.
Hoewel de provincie eerder liet weten dat die extra kosten niet op haar bordje terecht dienden te komen, draagt Limburg nu toch 24 miljoen euro aan meerkosten bij. Dat is een kwart van het geld dat er extra bij moet. Ook reserveert Limburg zo’n 10 miljoen voor als de kosten door extra risico’s alsnog oplopen. Het Rijk legt hiervoor 31,5 miljoen opzij.
Dat maakten staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en waarnemend gouverneur Johan Remkes bekend. De Limburgse Staten moeten wel nog akkoord gaan met de financiële verdeelsleutel.
Het hele project wordt nu geraamd op zo’n 320 miljoen euro, 96 miljoen meer dan eerder geraamd. Het gaat daarbij onder meer om de elektrificatie van de 89 kilometer lange spoorlijn, waarover nu nog verouderde dieseltreinen rijden.
Zowel de Tweede Kamer als Provinciale Staten van Limburg namen eerder moties aan dat Limburg gevrijwaard moest worden van de meerkosten. Dat was omdat de meerkosten vooral voortkwamen uit een rekenfout van ProRail. Maar om te voorkomen dat het project in het slop geraakt en de beoogde opleverdatum in december 2024 niet gehaald kan worden, kwamen Remkes en Van Veldhoven de nieuwe verdeelsleutel overeen.