Burgeradvieskring moet Den Haag helpen
Wie hoort waar het democratisch wondermiddel van de Planungszelle succes heeft geboekt, staat met zijn oren te klapperen. Het bracht plaatselijk verzoening tussen joden en Palestijnen en het bood uitkomst in Spaans Baskenland, waar de ETA met een bomaanslag haar gelijk probeerde te krijgen. Vanaf donderdag gaat ook Den Haag het proberen.
De burgers aan het woord, daar draait het om in het systeem van de Planungszelle. Een groep van enkele tientallen burgers -liefst een goede afspiegeling van de plaatselijke bevolking- verdiept zich op kosten van de overheid vier dagen lang in een specifiek probleem dat in de buurt speelt. Daarna komt de groep met een voorstel voor een oplossing. De politiek mag dat voorstel niet zomaar terzijde leggen, is het idee.
In het buitenland zorgde het systeem eerder voor verbluffende resultaten. In het Noord-Israëlische stadje Akko gingen joden en Arabieren gezamenlijk om de tafel. Het doel: nadenken over hoe de stad er de komende decennia moet uitzien. De resultaten van het overleg waren naar tevredenheid.
Ook in Spanje boekte het middel succes. De plaatselijke bevolking lag al jaren in de clinch met de Baskische afscheidingsbeweging ETA over het aanleggen van een stuk autoweg. Eerder al pleegde de ETA een bomaanslag in het kader van deze kwestie. De trieste uitkomst: drie doden en negen gewonden. De zaak werd, nadat burgers en leden van de ETA om de tafel hadden gezeten, tot beider tevredenheid opgelost. Dat maakte zo veel indruk op de Basken dat ze aan de regering hebben gevraagd of een dergelijk overleg niet ook op hoger niveau gestalte kon krijgen.
Intussen is de bedenker van het democratische wondermiddel, de Duitse professor Peter C. Dienel, met emeritaat. Dat vormt voor hem geen beletsel om naar Den Haag af te reizen om zijn ideeën aan te prijzen. In het Haagse stadhuis aan het Spui deed hij onlangs uit de doeken hoe het werkt met zijn Planungszelle.
Den Haag is enthousiast. Wethouder R. Smits (Bestuurlijke Vernieuwing) wil de nieuwe vorm van burgerparticipatie graag in de Nederlandse politiek introduceren. Niet zozeer omdat Den Haag met moeilijkheden te kampen zou hebben die vergelijkbaar zijn met de Israël- en de ETA-problematiek, maar wel omdat de burgers in Den Haag zich veel te weinig voor de plaatselijke politiek interesseren.
„De opkomst bij de laatste verkiezingen was erg laag”, aldus Smits. „Daarom hebben we een heel programma opgesteld waardoor de burger meer bij de politiek betrokken moet raken. Dit project past daar prima in.” Omdat Den Haag een Nederlandse stad is, heeft de gemeente een Nederlandse naam voor het democratisch fenomeen bedacht: burgeradvieskring.
De eerste kring startte donderdag in de wijk Rustenburg-Oostbroek. Ongeveer vijftig bewoners van verschillende nationaliteiten uit die wijk kwamen daar voor het eerst bijeen om over de toekomst van de buurt te praten. „De burgers moeten concreet aangeven wat er de komende vijf jaar in de wijk aan de orde moet komen”, aldus Smits. „Welke prioriteiten verwacht men van de gemeente op welke terreinen? Moet het accent op veiligheid nadrukkelijker aan de orde komen?”
De vijftig buurtbewoners van Rustenburg-Oostbroek komen ook vrijdag en zaterdag bij elkaar. Ze worden betaald door de gemeente, die voor het project 50.000 euro heeft vrijgemaakt. De gemeente koos voor Rustenburg-Oostbroek omdat relatief veel mensen daarvandaan „vertrekken naar andere wijken.”
Zaterdag presenteren de buurtbewoners hun bevindingen aan vertegenwoordigers van de gemeente. Die mag de voorstellen van de groep niet zomaar naast zich neerleggen. Als er punten zijn die het college niet wil overnemen, moet een vertegenwoordiger van het college dat persoonlijk en beargumenteerd tegen de groep gaan vertellen, zegt Smits. Wanneer het experiment slaagt, aldus de wethouder, „en daarvan ben ik overtuigd”, wordt het ook in andere Haagse wijken toegepast. Aan de wethouder zal het niet liggen.